Skip to content

Gezondheidsinformatie

Over welk huisdier wilt u meer info?

Over welk huisdier wilt u meer info?

Veel voorkomende klachten

Kies een huisdier waar u meer wilt lezen over de symptomen en mogelijke oorzaken van veel voorkomende klachten.

Behandelingen

Kies een huisdier waar u meer wilt lezen over de mogelijke behandelingen van veel voorkomende klachten.

Overlijden

Het is niet iets waar je graag aan denkt, maar ooit komt het moment dat u afscheid moet nemen van uw huisdier. Er kan sprake zijn van een ziekte zonder herstel of de kwaliteit van het leven is onvoldoende door ouderdomskwalen. In overleg zal dan het besluit genomen worden om uw huisdier te laten inslapen.

Veel voorkomende klachten

Kies een huisdier waar u meer wilt lezen over de symptomen en mogelijke oorzaken van veel voorkomende klachten.

Behandelingen

Kies een huisdier waar u meer wilt lezen over de mogelijke behandelingen van veel voorkomende klachten.

Overlijden

Het is niet iets waar je graag aan denkt, maar ooit komt het moment dat u afscheid moet nemen van uw huisdier. Er kan sprake zijn van een ziekte zonder herstel of de kwaliteit van het leven is onvoldoende door ouderdomskwalen. In overleg zal dan het besluit genomen worden om uw huisdier te laten inslapen.

Katten

Veel voorkomende klachten

Katten en blaasproblemen lijken bij elkaar te horen. Meer nog dan bij andere diersoorten is de kans dat een kat tijdens zijn of haar leven last krijgt van de blaas, vrij groot. Mensen die veel ervaring hebben met katten weten ook dat deze problemen niet altijd gemakkelijk op te lossen zijn.

Wat voor gedrag vertoont een kat met een blaasprobleem?
Katten met een blaasprobleem hebben pijn bij het plassen en ongeacht de oorzaak zijn een of meer van de volgende symptomen te zien:

  • Vaak naar de bak gaan.
  • Kleine plasje doen, soms maar een paar druppels.
  • Klagelijk miauwen bij het plassen.
  • Buiten de bak plassen.
  • Bloed in de urine.
  • Likken aan de penis of vulva.

Katten met een blaasprobleem en de bovengenoemde symptomen plassen in een gehurkte houding. Een kat die urine sproeit, dus staand met de staart trillend omhoog, heeft meestal  geen blaasprobleem.

Blaasgruis is de benaming voor kristallen die bij veel katten in de blaas gevormd worden. De meest voorkomende kristallen zijn struvietkristallen. Deze bestaan uit magnesium, ammonium en fosfaat. Hoe meer kristallen er gevormd worden, hoe meer de blaas geïrriteerd raakt. Rond de kristallen kunnen zich andere materialen verzamelen en zo kan zich een prop vormen. Ook kunnen de kristallen een steen vormen. Zowel zo een prop als een steen kunnen bij katers de plasbuis verstoppen. Bij poezen komt dit niet voor, omdat de plasbuis veel wijder is.

De dierenarts stelt vast of er sprake is van blaasgruis door urine onder de microscoop te bekijken.

Zo noemt men een kater die door een verstopte plasbuis niet of nauwelijks meer kan plassen.

Over het algemeen zijn dit jonge katers tot een leeftijd van vijf jaar, maar af en toe ook oudere. Wat zwaardere katers die binnen leven hebben meer kans op blaasgruis.

Alle genoemde symptomen bij blaasproblemen zijn bij zo een kater aanwezig en in het ergste geval kan hij uiteindelijk helemaal niet meer plassen. Vaak gaat zo een kater ook braken. Als de urine niet meer uit het lichaam kan, blijven afvalstoffen zich ophopen en kan een kat binnen een paar dagen overlijden.

Een kater die niet meer kan plassen is dus altijd een spoedgeval! De dierenarts zal met behulp van een katheter proberen de plasbuis zo snel mogelijk vrij te maken. Deze behandeling vindt

meestal onder verdoving plaats. Als de kater lang verstopt heeft gezeten zal hij ook een infuus krijgen om zijn vochtbalans te herstellen en gifstoffen uit het lichaam te spoelen.

Hartproblemen bij de kat worden meestal veroorzaakt door cardiomyopathie, een aandoening van de hartspier. Soms is de ziekte aangeboren, soms pas op latere leeftijd verkregen. In alle gevallen is het een levensbedreigende ziekte.

Er zijn verschillende soorten cardiomyopathie. Bij katten gaat het meestal om hypertrofische cardiomyopathie. Bij deze vorm wordt de hartspier steeds dikker. Het hart kan dan minder bloed bevatten. Het kan nog wel goed samentrekken, maar onvoldoende ontspannen. De hartfunctie verslechtert zodanig, dat de ziekte vaak de dood tot gevolg heeft.

Er zijn verschillende mogelijk oorzaken:

  • Een infectie, bijvoorbeeld FIV(Kattenaids).
  • Andere ziekten zoals hoge bloeddruk of een te hard werkende schildklier.
  • Een gebrek aan taurine in de voeding. Katten kunnen niet zonder het aminozuur taurine, dat verwerkt is in elke complete kattenvoeding. Alleen katten met afwijkende eetgewoonten, bijvoorbeeld die hondenvoeding eten, ontwikkelen een taurine tekort.
  • Er is een erfelijke cardiomyopathie aangetoond bij de Maine Coon en de Ragdoll.
  • In de meeste gevallen is er echter geen duidelijke oorzaak vast te stellen.

Wat zijn de symptomen van deze ziekte?
De meest voorkomende symptomen zijn benauwdheid, lusteloosheid en een slechte eetlust. Hoewel deze verschijnselen plotseling zichtbaar kunnen worden, is de ziekte altijd al langere tijd aanwezig. Katten zijn immers dieren die korte perioden van activiteit afwisselen met lange perioden van liggen, zitten en slapen. Een slecht uithoudingsvermogen wordt zo niet opgemerkt. De benauwdheid wordt vooral zichtbaar als de kat zich inspant. De ademhaling wordt sneller en dieper. Als bij stress of opwinding de hartfrequentie stijgt, ontstaat er een gevaarlijke situatie, waarbij de kat steeds benauwder wordt en kan bezwijken aan een hartstilstand. In sommige gevallen kan er een stolsel ontstaan dat vastloopt in een bloedvat dat de achterpoten en de staart van bloed voorziet. Staan en lopen is dan niet mogelijk meer. De aandoening is erg pijnlijk en de achterpoten voelen koud aan.

Wat kan ik doen om cardiomyopathie bij mijn kat tijdig te ontdekken?
Cardiomyopathie is een van de aandoeningen die heel lang verborgen aanwezig kunnen zijn. Er zijn sterke aanwijzingen dat het instellen van een behandeling voor er klinische klachten zijn, het begin van klachten kan uitstellen en hartfalen kan voorkomen.

Het stellen van de diagnose voordat er klinische klachten zijn, gebeurt over het algemeen tijdens de jaarlijkse controle door de dierenarts die dan een afwijkend geluid of ritme van het hart vaststelt. Na het stellen van de diagnose kan dan direct een behandeling ingesteld worden. Bij katten die behoren tot een ras waarin cardiomyopathie veel voorkomt, is een jaarlijkse echo van het hart aan te raden.

Katten kunnen doof geboren worden of op latere leeftijd doof worden. Hoe ga je daar als baasje mee om?

Hoe weet ik of mijn kat doof is?
Als u het volgende merkt:

  • De kat reageert niet op luide geluiden.
  • Een gedesoriënteerde indruk.
  • Hij reageert niet als u de kamer binnenkomt.
  • Hij wordt pas wakker als u hem aanraakt.

Wat moet ik doen als ik denk dat mijn kat doof is?
Een kat heeft normaal gesproken schone oren. Als u vuil in de oren ziet en/of er een vieze geur uit komt, laat de kat dan nakijken door de dierenarts.  U kunt zelf een eenvoudige test doen door bijvoorbeeld hard te klappen als u achter de kat staat en kijken of deze reageert. Bedenk wel dat kittens jonger dan 6 weken niet makkelijk op geluidsprikkels reageren.

Is er een test om doofheid te diagnosticeren?
Ja, dit is de BAER(Brainstem Auditory Evoked Response)test. Deze test is ontwikkeld in de humane geneeskunde en wordt nu ook in de diergeneeskunde gebruikt. Hierbij worden onder verdoving elektroden onder de huid van de kat geplaatst en de reactie op geluiden die uit een oordopje komen, gemeten. Met deze test kan ook vastgesteld worden of een kat eenzijdig of aan beide oren doof is. Deze test wordt voornamelijk uitgevoerd bij witte raskatten.

De meeste oorproblemen bij katten worden veroorzaakt door:

  • Oormijt. Deze kleine parasiet leeft in het oor en veroorzaakt een oorontsteking die met veel jeuk gepaard gaat. Karakteristiek is het droge, zwarte oorsmeer dat hierbij gevormd wordt. Oormijt komt veel bij kittens voor. De parasiet leeft op katten en honden. Deze kunnen elkaar dus besmetten. De behandeling bestaat uit een oorzalf en een mijtendodend middel.
  • Bacteriën en schimmels. Deze veroorzaken oorontstekingen die meestal met jeuk en pijn gepaard gaan. Soms kan er pus uit het oor komen of stinkt het oor. Een behandeling met antibioticum en/of schimmeldodende oorzalf is meestal afdoende.
  • Allergie. Een allergie kan een oorontsteking veroorzaken die met heftige jeuk gepaard gaat en telkens weer terugkomt. Een behandeling met oorzalf is dan niet afdoende. Zolang de oorzaak van de allergie aanwezig blijft, komt de oorontsteking terug.

Poliepen, tumoren en auto immuun ziekten kunnen ook chronische oorontstekingen veroorzaken. In zeldzame gevallen kan er een vreemd voorwerp(insect,grasaar) in het oor vast komen te zitten.

Over het algemeen geldt: hoe langer oorproblemen aanwezig zijn, hoe meer veranderingen er in het oor optreden die niet meer te herstellen zijn.

Katten met chronische oorontstekingen kunnen een othematoom(ook wel bloedoor genoemd) ontwikkelen: een bloeduitstorting in het oor. Indien niet behandeld kan een oor hierdoor verschrompelen.

FIP is een van de minder vaak voorkomende virusziekten bij de kat, maar wie ooit een kat heeft gehad met deze ziekte zal het niet snel vergeten. Het is een dodelijke ziekte die vaak jonge katten treft en erg veel verdriet veroorzaakt.

FIP is de afkorting van Feline Infectieuze Peritonitis(buikvliesontsteking)Dit is een fatale ziekte die kan ontstaan na een infectie met het Feline Coronavirus. Infecties met het Feline Coronavirus komen wereldwijd veel voor en zullen over het algemeen zonder symptomen verlopen. Katten kunnen als gevolg van de infectie wel diarree krijgen, maar deze gaat meestal vanzelf over. Feline Coronavirussen verspreiden zich via de ontlasting van geïnfecteerde katten. Sommige geïnfecteerde katten scheiden hun hele leven lang het Corona virus uit. Dit noemt men ‘dragers’. Bij sommige katten die besmet raken met dit virus, muteert het tot een gevaarlijk virus dat FIP veroorzaakt.

Hoe kan de diagnose gesteld worden?
FIP is een van de moeilijkste diagnoses. Er is geen enkele simpele laboratoriumtest die bewijzend is.

De dierenarts kan de vermoedelijke diagnose FIP baseren op:

  • De achtergrond van de kat. FIP komt het meeste voor bij katten jonger dan twee jaar, raskatten en katten uit een grote groep.
  • Afwijkingen vastgesteld bij het lichamelijk onderzoek  zoals: oogafwijkingen, zenuwafwijkingen en vloeistof in de buik of de borst.
  • Bloedonderzoek kan de diagnose FIP ondersteunen, maar niet bewijzen. Bloedcellen kunnen wijzen op een infectie en er kan een bloedarmoede aanwezig zijn. Bepaalde eiwitten in het bloed kunnen in hogere mate aanwezig zijn.
  • Dit is een hele sterke aanwijzing dat de kat FIP heeft. In geval van twijfel, kan het eiwitgehalte en het celgehalte in het laboratorium onderzocht worden. Bij FIP is het eiwitgehalte hoog en het celgehalte laag.
  • Onderzoek van de vloeistof uit de buik. Door middel van een punctie kan wat vloeistof uit de buik gezogen worden. Dit doet nauwelijks pijn en de kat hoeft daar dus niet voor verdoofd te worden. De vloeistof bij FIP is ‘dradentrekkend’, een beetje slijmerig dus. Dit is een hele sterke aanwijzing dat de kat FIP heeft. In geval van twijfel, kan het eiwitgehalte en het celgehalte in het laboratorium onderzocht worden. Bij FIP is het eiwitgehalte hoog en het celgehalte laag.

De definitieve diagnose FIP kan alleen gesteld worden door weefselonderzoek. Kleine stukjes weefsel(biopten) uit bijvoorbeeld lever, nieren of lymfeklieren worden microscopisch bekeken en de ontstekingen typisch voor FIP zijn het definitieve bewijs dat de kat deze ziekte heeft. Deze stukjes weefsel kunnen afgenomen worden tijdens een echo onderzoek of een kijkoperatie. Vaak wordt de diagnose aan de hand van zulk weefselonderzoek pas na het overlijden van de kat gesteld.

De meest voorkomende problemen zijn tandsteen, tandvleesontstekingen en tandhalslaesies.

Vrijwel elke kat krijgt tandsteen. Meestal wordt vanaf een jaar of drie een aanslag zichtbaar op de buitenzijde van de achterste kiezen. De meeste aanslag zit op de kiezen van de bovenkaak. De aanslag kan een gele, bruine of grijze kleur hebben. Naarmate de kat ouder wordt, wordt de laag tandsteen dikker en op meer tanden en kiezen zichtbaar.

Tandsteen bestaat uit mineralen en bacteriën. Op de overgang van tand naar tandvlees ontstaat een ontsteking. Het tandvlees trekt zich terug, de wortel komt bloot te liggen en zelfs het bot om de tand raakt aangetast. Uiteindelijk gaat de tand of kies los zitten. Een ander gevaar van tandsteen is dat bacteriën zich van hier uit door het lichaam kunnen verspreiden. Zo kunnen ze infecties veroorzaken in organen zoals lever, hart en nieren.

Tandvleesontstekingen kunnen bij katten ook spontaan ontstaan zonder dat er veel tandsteen aanwezig is. Soms is een virusinfectie de oorzaak, zoals het beruchte FIV(kattenaids) en FELV(Katten Leukemie), maar lang niet altijd.

Tandhalslaesies zijn gaten in het glazuur net boven de wortel. Er zijn dierenartsen die deze gaatjes vullen, maar het levert niet altijd een blijvend herstel op. Meestal worden deze tanden of kiezen dus getrokken.

Hoe kan ik zien of mijn kat gebitsproblemen heeft?
Pas in een heel laat stadium zal opvallen dat de kat een slechte adem heeft en geen droge brokjes meer wil eten. Sommige katten gaan kwijlen en bij anderen valt op dat ze zich niet meer goed wassen.

Om de problemen in een vroeg stadium te ontdekken moet u af en toe in de bek van uw kat kijken. Het enige dat u hoeft te doen is de bovenlip optillen en de buitenzijde van tanden en kiezen bekijken. Het tandsteen vormt zich vooral op de achterste kiezen en de hoektanden. U hoeft de bek van de kat dus niet helemaal open te doen.

Wat kan ik doen om gebitsproblemen te voorkomen?
Allereerst is het belangrijk dat uw kat droge brokjes eet. Als een kat alleen blikvoeding eet, zal er veel sneller en meer tandsteenvorming plaats vinden. Tegenwoordig zijn er verschillende soorten brokjes in de handel die tandsteenvorming voorkomen. Deze brokjes hebben een speciale structuur die de tanden als het ware schoon schuurt. Ook bevatten ze stoffen die tandsteenvorming tegen gaan Als uw kat hier elke dag wat van eet, scheelt dit enorm in de tandsteenvorming.

Hoge bloeddruk komt bij oude katten veel voor en richt enorme schade aan. Gezien de dramatische gevolgen van hoge bloeddruk, is een gezondheidscontrole van een oude kat niet compleet zonder bloeddruk meting.

Wat is de oorzaak van hoge bloeddruk?
Oude katten met een te hard werkende schildklier of slecht werkende nieren hebben een grote kans op het ontwikkelen van een hoge bloeddruk. Ook katten waarbij deze organen goed werken kunnen  echter een hoge bloeddruk hebben. Er is niet altijd een duidelijke oorzaak van hoge bloeddruk te vinden.

Wat zijn de gevolgen van hoge bloeddruk?
Een hoge bloeddruk is vooral schadelijk voor bepaalde organen.

  • De ogen: het netvlies(bevindt zich achter in het oog en is essentieel voor het gezichtsvermogen) gaat bloeden of raakt los. Veel katten met hoge bloeddruk komen bij de dierenarts, omdat ze in korte tijd blind zijn geworden.
  • De hersenen: er treden hersenbloedingen of beroertes op. Deze katten zijn plotseling geheel de kluts kwijt, lopen alleen nog maar rondjes of zijn verlamd.
  • De nieren: de nierfunctie gaat achteruit. Alle symptomen van nierfalen(vermagering, slechte eetlust, veel drinken en plassen, braken) treden op.
  • Het hart: de hartfunctie verslechtert. De kat eet slecht, wordt benauwd en kan plotseling overlijden.

Kanker is ziekte die veroorzaakt wordt door abnormale cellen die ongecontroleerd groeien. Dit heeft meestal het ontstaan van bulten tot gevolg die tumoren genoemd worden. Niet elke tumor is gevaarlijk. Sommige tumoren dringen in het omliggende weefsel en verspreiden zich door het lichaam. Dit worden kwaadaardige tumoren genoemd. Dit verspreiden door het lichaam wordt uitzaaien genoemd. Het veroorzaakt grote schade aan het lichaam en is vaak dodelijk. Tumoren die dit gedrag niet vertonen noemt men goedaardig.

Wat zijn de symptomen van kanker/een tumor?
Aangezien kanker elk deel van het lichaam kan aantasten zijn de symptomen die katten met kanker ontwikkelen erg divers. Over het algemeen hebben vooral oude katten een grote kans om kanker te krijgen. Meestal ontwikkelt kanker zich langzaam en zijn de eerste symptomen vaag: een slechte eetlust, minder energie, een slechte vacht en gewichtsverlies. Naarmate de ziekte voortschrijdt, treden er complicaties op doordat bepaalde weefsels of organen aangetast raken. Soms is het moeilijk om de diagnose te stellen omdat de klachten ook veroorzaakt zouden kunnen worden door bijvoorbeeld een infectie of slecht werkende organen.

Wat voor soort kanker/tumoren komen veel voor bij de kat?

  • Maligne lymphoom. Dit is een ongecontroleerde groei van witte bloedcellen. Aangezien deze witte bloedcellen in het hele lichaam voorkomen kan ook de tumor overal voorkomen. De symptomen hangen af van het aangetaste lichaamsdeel of orgaan. Zowel het Feline Leukemievirus als het Feline Immunodeficientie Virus kunnen de oorzaak van het maligne lymphoom zijn. Behandeling is mogelijk met chirurgie, chemotherapie en bestraling. De behandeling hangt af van de locatie en de mate van verspreiding.Hoewel een behandeling vaak erg goed aanslaat en het leven kan verlengen, zijn er maar weinig katten die geheel genezen. Is een virus de onderliggende oorzaak, zal geen definitieve genezing optreden, aangezien het virus in het lichaam blijft.
  • Plaveiselcelcarcinoom. Deze vorm van kanker komt voor als huidkanker bij witte katten en als een tumor in de bek bij katten in het algemeen. Bij witte katten zijn meestal de oren en/of de neus aangetast. Als de tumor in een vroeg stadium operatief verwijderd wordt, is de behandeling meestal succesvol. Erg oppervlakkige tumoren kunnen bestraald worden. Katten die deze tumor gehad hebben moeten uit de zon blijven of behandeld worden met zonnebrand crème. Het plaveiselcelcarcinoom in de bek is een vrij agressieve tumor, die meestal te laat ontdekt wordt door de eigenaar. De tumor zit vaak naast of onder de tong. Symptomen zijn: kwijlen, moeizaam eten en een vieze geur uit de bek. Operatief verwijderen van de tumor is vaak onmogelijk, maar sinds kort is er in Nederland op de Faculteit voor Diergeneeskunde een nieuwe therapie ontwikkeld. Hierbij worden radioactieve bolletjes in de tumor geplaatst.
  • Melkkliertumor. Katten die laat of niet gesteriliseerd zijn, hebben de meeste kans hierop, maar dierenartsen zien deze tumoren ook regelmatig bij gesteriliseerde poezen. Dit zijn erg kwaadaardige tumoren. Hoe eerder deze tumor operatief verwijderd wordt, hoe groter de kans op succes. Bij grotere tumoren en meerdere kleine  vindt er vaak uitzaaiing plaats naar de longen. Ook kunnen de tumoren opengaan en vieze zweren veroorzaken.
  • Adenocarcinoom in de darm. Deze tumor kan zowel in de dunne als in de dikke darm voorkomen. Door de snelle groei kan er een verstopping van de darm optreden. Niet eten, braken en diarree zijn dan de symptomen. Er kan uitzaaiing plaats vinden naar de lymfeknopen in de buik. Vroeg operatief ingrijpen kan succesvol zijn.
  • Fibrosarcoom. Deze tumor ontstaat vanuit het bindweefsel en wordt meestal gezien als een langzaam groeiende, stevige, zwelling onder de huid. De mate van kwaadaardigheid varieert erg. Sommige van deze tumoren dringen snel door in de omliggende weefsels en zaaien uit naar de organen. Bij andere duurt het heel lang voordat dit gebeurt. De behandeling bestaat uit het chirurgisch verwijderen eventueel met bestraling.

De ziekte wordt veroorzaakt door een virus: het Feline Immunodeficientie Virus(FIV) Het is virus is verwant aan het HIV, het virus dat bij de mens Aids veroorzaakt. Beide virussen gaan echter niet over van dier op mens of mens of dier! Een kat met FIV kan dus geen mens besmetten.Een mens met HIV kan geen kat besmetten. Eenmaal besmet met FIV kan de kat hier niet meer van genezen.

Hoe raakt een kat besmet?
De besmetting vindt plaats via contact met besmet bloed. In de praktijk betekent dit dat katten besmet raken door vechten met een kat die het virus heeft. Dit verklaart waarom ongecastreerde katers de grootste kans hebben om de ziekte op te lopen. Zij vechten immers het meest en het hevigst. Niet gesteriliseerde poezen die buiten lopen, kunnen tijdens de paring besmet raken. Een kater die een poes dekt, zal haar vaak in haar nek bijten.

Wat zijn de symptomen?
Het virus tast het afweersysteem van de kat aan en deze kan daardoor allerlei infecties oplopen. Dit kunnen bijvoorbeeld infecties zijn in de bek, huid, luchtwegen, nieren, blaas etc. Bij katten met FIV wordt vaak ontstoken tandvlees gezien, gezwollen klieren, oogontstekingen, diarree, bloedarmoede en koorts. De meeste katten vermageren.

Katten die niet eten, kunnen leververvetting ontwikkelen. Door het niet eten wordt er vet afgebroken in het lichaam. Dit vet wordt echter niet omgezet in energie, zoals eigenlijk zou moeten, maar wordt opgeslagen in de lever. De normale leverfunctie raakt daardoor verstoord, met als gevolg dat de kat doodziek wordt.

Wanneer ontstaat leververvetting?
Leververvetting kan ontstaan in alle situaties waarbij een kat stopt met eten. Bijvoorbeeld bij suikerziekte, ontsteking van de alvleesklier, nierproblemen etc. Stress is vaak een duidelijke oorzaak. Er blijkt dan vaak een verandering in de leefomstandigheden van de kat plaats te hebben gevonden. Bijvoorbeeld een verhuizing, een nieuw huisdier of persoon in huis.

Wat zijn de symptomen van leververvetting?

  • Verlies van eetlust.
  • Depressie.
  • Braken.
  • Gele slijmvliezen, vooral zichtbaar in de ogen en in de bek.
  • Kwijlen.
  • Gewichtsverlies.

De aandoening wordt vaak pas in een laat stadium vastgesteld, omdat eigenaren dan pas symptomen zien. Hoe later de aandoening vastgesteld wordt, hoe minder de dierenarts nog kan doen. Het is dan ook begrijpelijk dat er vele misverstanden bestaan over het nierprobleem van de oudere kat.

Wat zijn de symptomen?
Als de achteruitgang van de nieren begint is er aan de kat niets te merken. Er is pas wat te zien als er al twee derde van de nieren verloren is gegaan. De duidelijkste symptomen zijn:

  • Een slechte eetlust.
  • Regelmatig braken.
  • Veel drinken en plassen.
  • Vermageren.
  • Doffe, plukkerige vacht.
  • In het eindstadium eet de kat niet of nauwelijks meer en braakt bijna dagelijks.

Niesziekte is de meest voorkomende infectieziekte bij de kat. Iedereen die veel met katten te maken heeft, wordt er vroeg of laat mee geconfronteerd. Het is een ziekte die als een onschuldige verkoudheid voorbij kan gaan of als een dodelijke griep kan toeslaan. Niesziekte is een verzamelnaam voor infecties van de voorste luchtwegen van de kat (neus, keel, luchtpijp).Deze infecties veroorzaken: niezen, snot uit de neus, vieze ogen, blaren op de tong. hoesten en algemeen ziek zijn.

Waar wordt niesziekte door veroorzaakt?
De belangrijkste verwekkers van niesziekte zijn twee virussen: het rhinotracheitis virus(een herpes virus)en het calicivirus. Chlamydia en Bordetella, twee soorten bacteriën kunnen elk ook niesziekte veroorzaken, alleen of in combinatie met een van de twee virussen.

Is niesziekte gevaarlijk?
Dat hangt af van de situatie. Katten die gevaccineerd zijn zullen geen of slechts milde ziekteverschijnselen vertonen. Katten die niet(of te lang geleden) gevaccineerd zijn kunnen ernstig ziek worden. Hoge koorts, een verstopte neus en soms blaren op de tong zijn dan de oorzaken waardoor een kat stopt met eten en drinken.  De meeste katten zullen met diergeneeskundige zorg de infectie overleven. Voor kittens, oude of zwakke dieren bestaat echter het gevaar dat ze aan de ziekte overlijden.

Hoe kan niesziekte voorkomen worden?
Als er voor een ziekte geldt’voorkomen is beter dan genezen’, dan is het niesziekte! Door op tijd te vaccineren voorkomt u dat uw kat ziek wordt. Gevaccineerde katten krijgen hoogstens een milde verkoudheid die snel weer over gaat. Over het algemeen worden kittens gevaccineerd op 9 en 12 weken. De daarop volgende vaccinatie op eenjarige leeftijd is ook erg belangrijk.

Obstipatie is de (te lange) afwezigheid of moeilijke passage van ontlasting. De ontlasting hoopt zich op  in de laatste delen van de darm: het colon en rectum. De kat zal gaan persen om te proberen de ontlasting kwijt te raken en soms tekenen van pijn laten zien.

Wat zijn de oorzaken van obstipatie?
Er zijn vele mogelijke oorzaken:

  • Voeding. Hoe meer plantaardige vezels de voeding bevat, hoe kleiner de kans op obstipatie. Katten die alleen vlees of vis eten, hebben dus meer kans op obstipatie.
  • Weinig beweging. Katten die weinig bewegen hebben meer kans op obstipatie.
  • Omgevingsoorzaken. Alle oorzaken die de kattenbak voor een kat onaantrekkelijk maken, zoals: te weinig kattenbakken in huis voor het aantal katten, een vieze kattenbak, verandering van het grit of de locatie van de bak, angst voor andere katten, pijnlijke gewrichten waardoor het in de kattenbak stappen moeilijk wordt.
  • Zenuwaandoeningen die de functie van de darm aantasten. Soms is de oorzaak bekend, bijvoorbeeld een ongeval, maar vaak is het niet duidelijk waarom de darm niet meer goed werkt.
  • Trauma of pijn aan bekken, rug of heupen. Alles dat het moeilijk of pijnlijk maakt voor de kat om een gehurkte houding aan te nemen kan leiden tot obstipatie.
  • Obstructie door een vreemd voorwerp, botjes of haarballen.
  • Obstructie door afwijkingen aan het rectum of anus, zoals tumoren, vernauwingen of verslapping van de spieren rondom de anus.
  • Uitdroging of verzwakking door ziekte. Vooral katten met slecht werkende nieren raken makkelijk uitgedroogd. Ze absorberen meer vocht vanuit de darm en de ontlasting wordt droog en hard.
  • Bepaalde medicijnen zoals vochtafdrijvers of opiaten.

Bij veel oude katten wordt de schildklier groter en gaat meer schildklierhormoon produceren. De stofwisseling gaat te snel, waardoor de kat steeds meer gaat eten, maar toch magerder wordt. Het lichaam wordt langzaam gesloopt.

De op hol geslagen schildklier heeft het hart dan al een hele tijd te snel laten kloppen. De hartspier kan dan onherstelbaar verzwakt zijn. Schildklierpatienten hebben ook een verhoogde kans op hoge bloeddruk, die ernstige schade kan aanrichten aan nieren, hersenen en ogen. Zelfs na behandeling van het schildklierprobleem moet de hoge bloeddruk soms nog levenslang behandeld worden.

Schildklierpatienten in een laat stadium komen dus meestal met meerdere symptomen bij de dierenarts. Een ding hebben ze gemeen: ze zijn broodmager!

Symptomen:

  • De hoeveelheid eten die naar binnen gewerkt wordt is vaak een veelvoud van wat de kat vroeger at. Toch wordt het dier steeds magerder. De spieren verdwijnen en de kat wordt letterlijk ’vel over been.’
  • Meer water drinken en meer plassen vallen ook op.
  • Veel katten gaan vaak overgeven en hebben last van diarree.
  • De vacht wordt dof en plukkerig.
  • Het gedrag verandert ook: de kat wordt actiever, oogt voor een oude kat nog erg fit. Ondanks de vermagering denkt men daarom vaak dat de kat niet ziek is.

Als er te weinig insuline is blijft de suikerspiegel in het bloed hoog en er wordt daardoor ook suiker uitgescheiden in de urine. De lichaamscellen gaan lichaamsvet en eiwit gebruiken als energiebron, waardoor de kat af gaat vallen. De afvalproducten van deze processen zijn giftig, waardoor de kat erg ziek kan worden.

Wat zijn de symptomen van suikerziekte?
Het belangrijkste symptomen zijn veel drinken en veel plassen. De eetlust is meestal toegenomen. Op den duur zal de kat afvallen. Bij sommige katten worden de achterpoten zwakker en lopen ze met ‘doorgezakte’ achterpoten. Deze situatie kan jaren duren zonder dat de kat echt ziek lijkt.

Als de suikerziekte niet behandeld wordt zal de kat echter op een gegeven moment in een  crisis terecht komen, waarbij hij/zij niet meer eet, braakt en uitgedroogd raakt. De behandeling van deze crisis is erg intensief en vereist opname in een kliniek. De kat moet dan aan een infuus en verschillende bloedwaarden worden dan regelmatig gemeten en gecorrigeerd. Indien een kat in deze crisis niet behandeld wordt, zal deze overlijden.

Behandelingen

Als de urineweg vrij is, zal er een dieet dat blaasgruis oplost voorgeschreven worden in combinatie met een pijnstiller. Een blaasgruisdieet bevat minder magnesium (een bouwsteen voor de kristallen) en veroorzaakt een lagere zuurgraad van de urine, waarbij er geen kristallen gevormd worden. Na ongeveer vier weken is al het blaasgruis opgelost. Bij katten die ernstig verstopt hebben gezeten, wordt meestal geadviseerd daarna een blaasgruis voorkomend dieet te geven. Zou de kat weer gewone kattenvoeding eten is er namelijk een kans van ongeveer 50 % dat het probleem terugkomt. Om herhaling van een ernstige verstopping te voorkomen wordt dit dieet dan levenslang gegeven.

Bij katers waarbij de plasbuis niet verstopt was, wordt vaak na een paar maanden geprobeerd of ze weer gewone voeding kunnen eten zonder klachten. Sommige katers krijgen alleen klachten na het eten van een bepaald soort kattenvoeding. Soms gaat het beter als de kat geen brokjes eet, maar blikvoeding.

Let op! In sommige dierenwinkels worden blaasgruisdieten verkocht die niet effectief zijn. Goede blaasgruisdieten zijn alleen bij de dierenarts verkrijgbaar.

Ik heb meer katten in huis. Mogen deze ook blaasgruis voorkomend dieet eten?
Dat mag. Let wel op dat ze niet te dik worden. De meeste blaasgruis dieten bevatten meer calorieën dan gewone kattenvoeding.

Is er een operatie mogelijk als een kater verstopt zit?
Ja. Als het de dierenarts niet lukt de verstopping met behulp van een katheter weg te spoelen is het mogelijk om de penis te amputeren. Het blaasgruis loopt namelijk vooral vast in de penispunt. Als de penis verwijderd is, is de uitgang van plasbuis wijd genoeg om blaasgruis en kleine steentje door te laten. Na de operatie is er echter een grotere kans op blaasontstekingen.

Een blaassteen kan vastgesteld worden met behulp van een röntgenfoto of een echo. Over het algemeen wordt de steen operatief verwijderd. Na de operatie zijn de klachten doorgaans heel snel verdwenen. De steen wordt geanalyseerd om vast te stellen uit welke mineralen deze opgebouwd is. Daarna kan een dieet voorgeschreven worden om te voorkomen dat er opnieuw een steen gevormd wordt.

Mijn kat heeft een blaasontsteking, maar de dierenarts kan geen oorzaak vinden. Hoe kan dat?
Voor veel blaasontstekingen bij katten is geen oorzaak te vinden. De kat heeft dan alle symptomen van een blaasontsteking, inclusief bloed in de urine, maar er komt niets uit de onderzoeken van de dierenarts. In de urine zitten dan geen kristallen of bacteriën en op een röntgenfoto of echo is geen blaassteen of een andere afwijking te zien.

Deze blaasontsteking wordt idiopatische blaasontsteking genoemd en heeft de volgende kenmerken:

  • Na 2 tot 3 dagen verdwijnen de klachten meestal weer.
  • Stress speelt meestal een rol.
  • De klachten komen bij de helft van de katten weer terug.
  • Het effect van pijnstillers of blaasontspanners is vaak niet duidelijk.

Een afdoende behandeling voor dit probleem is nog niet gevonden, maar de volgende behandelingen kunnen een positief effect hebben:

  • Verandering van de omgeving zodat stress vermindert.
  • Blikvoeding geven in plaats van droge brokken.
  • Feromonen, zoals Feliway in de omgeving aanbrengen.

De behandeling kan bestaan uit:

  • Een vochtafdrijver om eventueel aanwezig vocht in de longen of borstkas te verwijderen.
  • Middelen die de hartfunctie ondersteunen:
  • ACE remmers, die de bloedvaten verwijden en het bloed wegpompen van het hart vergemakkelijken.
  • Calcium blokkers die de hartspier doen ontspannen zodat er meer ruimte is voor vulling van het hart.
  • Beta- blokkers die de hartslag vertragen, zodat er meer tijd is voor vulling van het hart.
  • Aspirine om het ontstaan van stolsels te voorkomen.

Wat is het vooruitzicht voor katten met cardiomyopathie?
Dit hangt af van de ernst en het type van de aandoening. Bij katten die cardiomyopathie ontwikkeld hebben door hoge bloeddruk of een te hard werkende schildklier, moeten ook deze aandoeningen behandeld worden. Het vooruitzicht hangt dan mede af van het onder controle krijgen hiervan.

Katten die door het vastlopen van een stolsel complicaties hebben gehad, hebben geen goed vooruitzicht.

Ook katten met ernstige klachten die niet snel opknappen na instellen van de behandeling hebben een slecht vooruitzicht.

Over het algemeen geldt: hoe later cardiomyopathie ontdekt wordt, hoe slechter de conditie van het hart en hoe slechter het vooruitzicht.

Aangezien katten meestal niet zelf overlijden is de kans heel groot dat u zelf zal moeten beslissen over het moment van inslapen. Er kan sprake zijn van een ziekte waarvan geen herstel mogelijk is of de kwaliteit van het leven kan door ouderdomskwalen onvoldoende zijn. In overleg met uw dierenarts zal dan het besluit genomen worden om uw kat te laten inslapen.

Waar?
Een belangrijke beslissing die genomen moet worden is of de euthanasie in de dierenartsenpraktijk plaats zal vinden of bij u thuis. De meeste dierenartsen zullen geen bezwaar hebben om dit thuis te doen, mits u dit op tijd bespreekt.

Wanneer?
Als u samen met de dierenarts heeft vastgesteld dat uw kat ingeslapen zal worden, wacht dan niet te lang. Hoe groot de verleiding ook is…

Katten zijn meesters in het overleven. Zelfs als ze aandoeningen hebben die mensen aan hun bed gekluisterd zouden houden, lopen ze nog steeds rond en doen alsof er niets aan de hand is! Pijn laten ze meestal niet zien. In de praktijk gebeurt het regelmatig dat er zo lang gewacht wordt dat er zelfs een ‘spoedgeval’  is ontstaan. Alle reserves zijn dan op en de kat stort dan helemaal in. Veel katten worden tijdens spoeddiensten ‘s avonds en in de weekenden ingeslapen!

Hoe?
Over het algemeen zal de dierenarts eerst een narcose injectie geven. Deze wordt bij katten meestal in de rugspier of het dijbeen gegeven. De kat zal dan na vijf tot tien minuten in slaap vallen. Deze injectie kan pijnlijk zijn.

Daarna volgt het inspuiten van het inslaapmiddel. Dit is een zeer krachtig narcosemiddel. Het stopt de ademhaling  en de hartslag binnen enkele minuten  nadat het in de bloedbaan komt. De bedoeling is dat de kat deze injectie niet meer voelt en de gevolgen niet bewust meemaakt. Belangrijk is dus dat de narcose diep genoeg is.

Het inslaapmiddel kan op verschillende plaatsen ingespoten worden.

  • Direct in het hart. Voor veel eigenaren is dit geen prettig idee. De kat voelt er echter niets van en het is de snelste manier om het inslaapmiddel in de bloedbaan te brengen.
  • In een bloedvat. Dit zal in het algemeen een bloedvat in de voorpoot zijn. Dit bloedvat is bij katten vrij dun en trekt tijdens een narcose ook nog eens samen. Dit kan het inspuiten van het inslaapmiddel bemoeilijken.
  • In de nier. Bij een niet al te dikke kat is het vrij makkelijk om het inslaapmiddel in de nier te spuiten. Dit zal vrijwel net zo snel werken als een injectie in het hart of een bloedvat.
  • In de buik. Hierbij wordt het inslaapmiddel heel langzaam in de bloedbaan opgenomen. In tegenstelling tot de bovenstaande manieren kan het na deze injectie wel een half uur duren voor de dood is ingetreden.

Elke dierenarts heeft een voorkeur voor een van deze injectietechnieken. Bespreek vooraf hoe de laatste injectie plaats zal vinden, zodat u niet voor verassingen komt te staan. Overweeg ook of u wel bij de laatste injectie aanwezig wilt zijn. Er kunnen direct na het overlijden stuiptrekkingen zijn die niet prettig zijn om te zien. Voor uw kat is het belangrijk dat u er bij bent tot hij/zij onder narcose is. Tijdens de laatste injectie is dat niet meer het geval, want dan is de kat niet meer bij bewustzijn.

 

 

Kan FIP behandeld worden?
Als er eenmaal symptomen zichtbaar zijn, is er geen behandeling mogelijk en zal FIP de dood tot gevolg hebben. Behandeling met een infuus, bijvoeding en corticosteroïden(bv prednison) zal de conditie van de kat wat verbeteren en dus het fatale verloop wat uitstellen.

Is er een vaccin tegen FIP?
Ja, een vaccin dat via de neus toegediend wordt. Er is discussie over de werkzaamheid van het vaccin. Over het algemeen wordt aangenomen dat het enig nut kan hebben in bepaalde situaties, maar dat de bescherming zeker geen honderd procent is.

Aangezien FIP geen veel voorkomende ziekte is wordt het vaccin niet routinematig door dierenartsen gebruikt.

Mijn kat heeft veel tandsteen en erg ontstoken tandvlees. Wat nu?
Uw dierenarts kan het tandsteen onder verdoving verwijderen. Loszittende tanden en kiezen worden getrokken. Uw kat zal zich daarna een stuk beter voelen. U moet daarna wel met behulp van voeding, poetsen of ontsmettende middelen voorkomen dat het tandsteen terugkomt.

Kan een kat nog goed eten als er tanden en kiezen getrokken worden?
Dat valt erg mee. Zelfs als er meerdere tanden en kiezen getrokken zijn, eten veel katten nog  droge brokjes.

Mijn kat heeft ernstige tandvleesontsteking, maar geen tandsteen. Is hier wat aan te doen?
Uw dierenarts zal allereerst zoeken naar een mogelijke oorzaak. Ook zal hij/zij  beoordelen of er tanden en kiezen getrokken moeten worden. Over het algemeen wordt de ontsteking dan minder. In ernstige gevallen kan ook met medicijnen zoals prednison behandeld worden.

Hoe vaak moet het gebit van een kat door een dierenarts nagekeken worden?
Minimaal één maal per jaar!

Hoe wordt hoge bloeddruk behandeld?
Het meest gebruikte medicijn is amlodipine. Het middel is erg veilig voor de kat en hoeft maar eenmaal per dag gebruikt te worden. In mijn praktijk lossen we de tabletten op in een voor katten smakelijke vloeistof. De meeste katten accepteren het dan ook door het eten.

De dosering moet individueel vastgesteld worden voor elke kat. Na een of twee controles is meestal duidelijk hoeveel een kat nodig heeft.

De diagnose kanker/tumor is dus lang niet altijd een doodvonnis voor een kat. Er kan vaak wat aan gedaan worden. Hoe eerder de tumor ontdekt wordt, hoe meer kans op een succesvolle behandeling.

Het komt helaas vaak voor dat het probleem erg laat ontdekt wordt en er niets meer aan te doen is. Mede om tumoren op tijd te ontdekken is een halfjaarlijkse check up voor oude katten aan te raden.

Is er een behandeling?
Er is geen genezing mogelijk. De infecties die ontstaan door de lage weerstand kunnen wel bestreden worden met antibiotica. Er zijn ook middelen die het virus kunnen onderdrukken. Het enige middel dat in Nederland  voor katten op de markt is is Virbagen Omega(interferon). Het is echter een dure behandeling en er is geen garantie dat de conditie van de kat verbetert. Belangrijk is dat de kat zo weinig mogelijk aan stress blootgesteld wordt. Door goede voeding, regelmatig ontwormen en ontvlooien ondersteunt men de conditie. Minimaal twee maal per jaar een gezondheidscontrole door de dierenarts is nodig om problemen op tijd te ontdekken. Vaccineren houdt een risico in, want het lichaam kan moeilijk weerstand opbouwen.

Moet een kat met FIV geïsoleerd worden?
Voorkomen moet worden dat de kat met andere katten vecht. De kat mag dus niet meer naar buiten. Maakt de kat deel uit van een harmonieuze groep katten dan is er geen besmettingsgevaar. Een kat hoeft dus niet gescheiden te worden van zijn of haar maatjes.

Wat is de levensverwachting van een kat met FIV?
Dat hangt van verschillende factoren af. Er zijn meerdere types van het virus, bij sommige types zijn de symptomen wat milder. Ook hangt het er vanaf in welk stadium van de ziekte de kat is. In de eerste stadia zijn de symptomen niet ernstig en kunnen infecties gemakkelijk bestreden worden. Geleidelijk aan worden de symptomen steeds ernstiger en uiteindelijk zal behandeling niet meer helpen. De kat zal in het laatste stadium aan de ziekte overlijden.

Het kan echter jaren duren voor dit laatste stadium bereikt wordt. Bij sommige katten duurt dit wel tien jaar. Veel katten met FIV kunnen dus nog jaren in min of meer goede gezondheid leven.

Kan FIV voorkomen worden?
Er is nog geen vaccinatie tegen FIV. De enige manier om de infectie te voorkomen is dus voorkomen dat een kat met andere katten vecht. Het castreren van een kater reduceert zijn vechtlust aanmerkelijk.

Katten die in groepen gehouden worden zoals in dierenasiels/pensions dienen regelmatig getest te worden. Positieve dieren moeten dan geïsoleerd worden van de rest (dit geldt niet in een huissituatie). Als er een nieuwe kat geïntroduceerd wordt in een groep, dient deze eerst vier weken in quarantaine gehouden en dan getest te worden.

Mensen die al katten hebben en een zwerfkat (of kat die buiten gelopen heeft) in huis opnemen, kunnen deze beter eerst laten testen. Dekkaters en poezen dienen ook regelmatig gecontroleerd te worden op FIV. Over het algemeen wordt er een gecombineerde test gedaan, waarbij ook op FELV (katten leukemie) getest wordt.

Hoe wordt leververvetting behandeld?
In een vroeg stadium zou een kat nog gestimuleerd kunnen worden om te eten. Met lekkere hapjes, extra aandacht en eventueel medicijnen die de eetlust opwekken. Ook zou de mogelijke oorzaak(lichamelijk of stress)behandeld kunnen worden.

De meest katten komen echter in een vrij laat stadium bij de dierenarts. Voeren van de kat lukt dan ook niet meer, want de kat zal het gevoerde eten meestal uitbraken. Bovendien is de stress die dwangvoeren met zich meebrengt niet bevorderlijk. Bij veel katten was stress immers juist de oorzaak van het probleem. De enige optie is dan het plaatsen van een voedingssonde, een buis die in de maag uitkomt. Deze kan via de neus, de slokdarm of de buikwand ingebracht worden. De sonde wordt vastgezet en voeding kan dan direct in de maag gebracht worden. Er wordt voeding gegeven met veel eiwit en veel calorieën. Over het algemeen moet deze behandeling minimaal 6 weken voortgezet worden. De meeste katten krijgen ook vitamine supplementen, maagzuurremmers en antibiotica toegediend.

Katten die op deze manier behandeld worden, hebben ongeveer 70 % kans op herstel. De lever functioneert daarna weer normaal.

Kan leververvetting vanzelf overgaan?
In de praktijk is mijn ervaring dat alle katten met leververvetting die niet behandeld worden, hieraan overlijden. De literatuur geeft aan dat 90% van de niet behandelde katten overlijden.

Hoe kan leververvetting voorkomen worden?
Aangezien dikke katten de meeste kans lopen leververvetting te ontwikkelen, is het voorkomen van overgewicht erg belangrijk. Dikke katten die op een te streng dieet gezet worden, kunnen leververvetting ontwikkelen. Als zo een kat vrijwel niet meer eet of helemaal weigert te eten, moet het dieet gestopt worden. Dikke katten die welke reden dan ook stoppen met eten, moeten gestimuleerd worden te eten. Als dit niet helpt moeten ze gevoerd worden. Een dikke kat die twee dagen niets gegeten heeft, moet naar de dierenarts. Dit lijkt misschien overdreven, maar leververvetting voorkomen is van het grootste belang.

Hoe wordt een kat met slechte nieren behandeld?
Er zijn verschillende stadia te onderscheiden:

  1. De kat met licht verminderde nierfunctie. Er zijn nog geen symptomen. De diagnose wordt gesteld tijdens een routine controle, bijvoorbeeld  een senior controle of een vaccinatie. Behandeling: de voeding zal veranderd worden in een nierdieet. De dierenarts zal de nierfunctie daarna regelmatig controleren. Door de vroege diagnose en behandeling stijgt de levensverwachting van de kat met enkele jaren.
  2. De kat met duidelijke symptomen. De eigenaar heeft de dierenarts bezocht omdat de conditie van de kat achteruitgaat, de eetlust is slecht, veel overgeven etc. Behandeling: nierdieet  en eventueel medicijnen.
  3. De kat is echt ziek. De kat braakt, eet sinds kort helemaal niet meer en voelt zich duidelijk niet goed. Behandeling: een infuus, medicijnen tegen misselijkheid en braken. Als de kat hersteld is: nierdieet en medicijnen.

Vaak wordt een kat pas in het eindstadium van het proces van nierverslechtering aangeboden. Het dier is dan al maanden(jaren) ziek en ernstig vermagerd. De eetlust is geleidelijk aan steeds minder geworden en het braken steeds meer. Als de kat wordt aangeboden bij de dierenarts heeft hij/zij al langere tijd niet gegeten. De waarden in het bloed van creatinine en ureum zijn dan dusdanig verhoogd, dat de dierenarts euthanasie zal adviseren.

Waarom is een nierdieet zo belangrijk?
De basis van de behandeling van een nierpatiënt is het nierdieet. Door verlaging van het eiwit, fosforgehalte en natrium in de voeding worden er minder afvalstoffen in het lichaam gevormd en vastgehouden. Hoe minder afvalstoffen in het lichaam achterblijven, hoe langer de conditie goed blijft. De symptomen zoals misselijkheid, braken en slecht eten zijn een gevolg van de ophoping van deze afvalstoffen. Aangetoond is dat nierpatiënten wel drie jaar langer kunnen leven als ze een nierdieet eten in plaats van gewone voeding.

Welke medicijnen kunnen gebruikt worden voor nierproblemen?
Sinds enkele jaren is het middel Fortekor in Nederland wettelijk geregistreerd voor de behandeling van nierpatiënten. Het is een tablet die speciaal voor katten in een smakelijke vorm gemaakt is en door de meeste katten als een snoepje opgegeten wordt. De fabrikant van dit middel claimt dat de kwaliteit van leven verbetert, de eetlust toeneemt en de katten ook nog langer leven. In de praktijk zie ik dat veel katten het erg goed doen op dit middel.

Sinds kort is er nieuw middel in Nederland geregistreerd voor nierpatiënten: Ipakitine. Dit middel is een smakelijk poeder dat over het eten gestrooid kan worden. Ipakitine bindt fosfaat dat bij veel nierpatiënten in te hoge concentratie in het bloed aanwezig is. Een te hoge concentratie fosfaat is schadelijk voor het lichaam. Ook zou Ipakitine overtollige afvalstoffen in het lichaam van nierpatiënten moeten binden. Gezien de korte tijd dat het middel op de markt is, is er in Nederland nog weinig ervaring mee.

Veel nierpatiënten hebben een te laag gehalte aan kalium in het bloed. Dit geeft spierzwakte en een slechte eetlust. Kalium kan in poedervorm aan het eten toegevoegd worden.

Is het mogelijk om bij een kat een niertransplantatie uit te voeren?
Net als bij mensen is het voldoende om één van de slecht werkende nieren te vervangen door een gezonde nier. Dit wordt in de Verenigde Staten bijvoorbeeld bij katten al veel  gedaan. In Nederland echter nog niet.

Kunnen nierproblemen genezen?
Nieren kunnen herstellen van een vergiftiging of een infectie. Dit zie je vooral bij jonge dieren Bij de meeste oude katten is er al zoveel nierweefsel verloren gegaan dat herstel van de nierfunctie niet mogelijk is. Als de kat echter niet te laat bij de dierenarts aangeboden wordt, kan door behandeling de kwaliteit van leven verbeterd worden en het leven verlengd worden.

Samenvattend: is uw kat ouder dan tien jaar, ga dan minimaal een keer per jaar naar de dierenarts voor een controle van de nierfunctie. Dus ook als u geen symptomen van nierproblemen ziet. Bent u er op tijd bij, dan leeft uw kat beduidend langer en in betere conditie!

Hoe kan niesziekte het best behandeld worden?
Dat hangt van de omstandigheden af. Als uw kat in goede conditie is en op tijd gevaccineerd, zullen de verschijnselen erg mild zijn: niezen, wat vochtige ogen, misschien wat minder eetlust. Dan hoeft er eigenlijk niets gedaan te worden.

Is uw kat niet gevaccineerd en echt ziek (snot uit de neus, vieze ogen, geen eetlust, koorts), dan zal de behandeling bestaan uit een koortsremmend middel en antibiotica. Dit geldt vooral voor kittens en oude of zwakke katten.

Chronische niesziekte is moeilijker te behandelen. Antibiotica helpt wel wat, maar het is vooral de weerstand van de kat die verbeterd dient te worden. Een middel dat hiervoor gebruikt wordt is lysine, een aminozuur. Er zijn aanwijzingen dat het de weerstand van de kat verhoogt. Lysine wordt tegenwoordig ook in sommigen merken kattenvoeding verwerkt.

Interferon is ook een stof die de weerstand verhoogd en is in Nederland op de markt voor diergeneeskundig gebruik. Een nadeel is dat interferon erg duur is en succes zeker niet gegarandeerd kan worden.

Mijn kat heeft niesziekte en komt er ondanks antibiotica maar niet vanaf. Hoe kan dat?
Dan is er sprake van chronische niesziekte. Sommige katten slagen er niet in een niesziekte infectie geheel kwijt te raken. Dit noemen we niesziekte dragers. Ze zullen gedurende hun leven telkens weer niesziekte symptomen vertonen en zijn dan ook besmettelijk voor andere katten.

De oorzaak van de meeste niesziekte infecties zijn het herpes en calicivirus. Als de slijmvliezen door deze virussen zijn aangetast volgen er bacteriële infecties. Dit is duidelijk te zien als er vies snot uit de neus komt en als de ogen vies zijn. Antibiotica helpt niet tegen de virussen, maar wel tegen de bijkomende bacteriën. Daarom knapt een kat die niesziekte heeft vaak snel op na een antibioticakuur. Het snot verdwijnt en de ogen worden schoon. De virussen moet het lichaam echter zelf overwinnen. Zo een kat kan dus wel langdurig blijven niezen.

Gaat het niezen over, wil dat bij zulke katten niet zeggen dat de ziekte voorgoed voorbij is. Ze zal na een tijdje weer terugkomen.

Hoe wordt obstipatie behandeld?
De dierenarts zal in ernstige gevallen faeces met de hand verwijderen of een clysma toedienen. Voor de vervolgbehandeling zijn er verschillende soorten laxeermiddelen voor katten in de handel. Deze bevatten vezels, vetten zoals paraffine of suikers zoals lactulose. Al deze ingrediënten stimuleren de passage van faeces door de darm. De de pasta’s die meer bekend staan als ‘anti haarbalpasta’s’ vinden katten vaak lekker. Voeding die meer plantaardige vezels bevat, zoals een afvaldieet, zorgt ook voor een betere passage van de ontlasting.

Er zijn ook medicijnen die de darm aanzetten tot beweging (Cisaral). Het is vaak uitproberen welk middel of combinatie van middelen bij een bepaalde kat het beste werkt. Vooral oudere of Oosterse katten, waarbij obstipatie vaak voorkomt moeten soms levenslang een laxeermiddel krijgen.

Bij katten waarbij de dikke darm ernstig is uitgerekt en waarin de ontlasting zich ophoopt spreekt men van een megacolon. In deze gevallen kan het zijn dat laxeermiddelen en medicijnen geen effect meer hebben. Er is dan een operatie mogelijk waarbij het uitgerekte deel van de darm verwijderd wordt. Zoals bij elke operatie zijn hier natuurlijk risico’s aan verbonden, maar het grootste deel van de geopereerde katten is hierna van het probleem af.

Aandoeningen die met pijn gepaard gaan
Bij bepaalde ziekten en aandoeningen is het duidelijk dat een kat pijn lijdt. Hier volgen een aantal  aandoeningen die voorkomen bij katten, waarbij dat vaak minder duidelijk is, maar wel degelijk sprake is van pijn.

  • Tandvleesontsteking, ontstoken tand en kieswortels.
  • Oorontsteking.
  • Huidallergie en heftige jeuk.
  • Gewrichtsslijtage en vergroeiing van de rugwervels.
  • Obstipatie, maagdarmontsteking en alvleesklierontsteking.
  • Verstopping van de urineweg en blaasontsteking.
  • Oogontstekingen.
  • Tumoren.

Behandelingen ingedeeld naar de mate van pijn
Milde tot matige pijn:

  • Sterilisatie van een poes (verwijdering van alleen de eierstokken).
  • Castratie van een kater.
  • Verwijderen van bultjes of grotere weefseldelen.
  • Gebitsbehandeling zonder ingrijpende extracties van hoektanden en kiezen.
  • Behandelen/hechten van bijt- en andere wonden.

Matige pijn:

  • Sterilisatie van een poes waarbij ook de baarmoeder verwijderd wordt of andere complicaties optreden, bijv. een ontstoken baarmoeder.
  • Buikoperaties waarbij geen ernstige ontstekingen zijn of veel weefselschade wordt toegebracht.
  • Behandeling/hechten van minder ernstig trauma, bijv. door een ongeluk veroorzaakt.
  • Gebitsbehandeling waarbij een kies of hoektand getrokken wordt.

Matige tot ernstige pijn:

  • Buikoperaties waarbij ernstige ontstekingen aanwezig zijn of veel weefselschade wordt toegebracht.
  • Gebitsbehandelingen waarbij meerdere kiezen of hoektanden getrokken worden.
  • Orthopedische behandelingen, zoals operatief herstellen van botbreuken.

Pijnstillers bij katten
Katten verdragen niet alle pijnstillers. Sommige pijnstillers zoals paracetamol, zijn giftig en kunnen zelfs dodelijk zijn voor katten. Veel eigenaren weten dit niet. Voor langdurig gebruik wordt in Nederland voornamelijk meloxicam(Metacam, Loxicom, Novacam) gebruikt. Meloxicam heeft slechts bij een klein deel van de katten(4%) bijwerkingen zoals misselijkheid, braken of diarree. Ook zijn er geen schadelijke effecten voor de nieren. Alleen als de kat al een nierpatiënt is, mag het middel niet in de gebruikelijke dosis gegeven worden.

Alternatieve pijnstilling bij chronische pijn

  • Accupunctuur wordt steeds meer bij dieren ingezet als methode van pijnstilling. Over het algemeen is de opvatting onder dierenartsen dat katten minder geschikte accupunctuur patiënten zijn dan honden. In de kliniek van de Veterinaire Universiteit van Florida zijn bijvoorbeeld 4-6 % van de patiënten die met acupunctuur behandeld worden, katten. Veel minder dan bijvoorbeeld honden en paarden, maar er zijn dus wel degelijk katten die accupunctuur sessies tolereren.
  • Voeding kan een belangrijke rol spelen bij pijnstilling voor katten met gewrichtsslijtage.
  • Het effect van fysiotherapie bij honden is inmiddels duidelijk, maar bij katten zijn er nog geen studies op dat gebied verricht. Het lijkt echter voor de hand liggend dat als een kat de behandelingen verdraagt en meewerkt, dezelfde goede resultaten behaald kunnen worden. Bij fysiotherapie kunnen zowel oefeningen, elektrische stimulatie als massage gebruikt worden.
  • Bij katten met ernstige tandvleesontsteking(stomatitis) worden laserbehandelingen toegepast. Over de effecten is echter nog weinig bekend.

Hoe wordt dit probleem behandeld?
Er zijn drie mogelijkheden: Chirurgisch, medicamenteus of met radio actief jodium. Alle behandelingen hebben voor en nadelen.

  1. De chirurgische behandeling bestaat uit het verwijderen van het deel van de schildklier dat te groot is. Uitgevoerd door een dierenarts die hier ervaren in is, is het een snelle ingreep, met weinig risico’s. Er is natuurlijk een risico dat het hart de narcose niet aankan. Het hart heeft immers onder invloed van de schildklier een tijd te hard gewerkt en kan verzwakt zijn. Bij twijfel hierover kan eerst een echo van het hart gemaakt worden. Mijn ervaring is dat het hart de korte narcose, die nodig is voor deze operatie, doorgaans wel aankan. Na de operatie ontstaat weer een normale situatie. Wordt bijvoorbeeld de linkerschildklier verwijderd, heeft het lichaam voldoende aan de rechterschildklier om de stofwisseling op een normaal niveau te houden.
  2. De behandeling met medicijnen bestaat uit het toedienen van schildklierremmers. Deze medicijnen remmen de overmatige productie van schildklierhormoon. Ze moeten wel elke dag toegediend worden. Als een kat niet makkelijk medicijnen inneemt of door de voeding accepteert is deze behandeling dus niet mogelijk. Deze medicijnen hebben verder het grote nadeel dat ze bij een flink aantal katten ernstige bijwerkingen veroorzaken. Braken, verlies van de eetlust, maar ook hevige jeuk of verstoring van de aanmaak van bloedcellen.
  3. De behandeling met radio actief jodium is waarschijnlijk de beste en veiligste. Het jodium vernietigt alleen het te actieve schildklierweefsel. Deze behandeling kan slechts in een speciale kliniek gedaan worden. In Nederland is er maar één kliniek waar dat mogelijk is: de Lingehoeve. Ook in België is deze behandeling mogelijk. De kat dient tien tot veertien dagen na toediening van de radio actieve stof in deze kliniek te blijven. Deze behandeling is aanzienlijk duurder dan de operatie.

Hoe wordt de operatie uitgevoerd?
Als het slechts één kant van de schildklier betreft, is de operatie zonder veel risico.

Kunnen zowel het linker als het rechterdeel van de schildklier verwijderd worden?
Ja, maar deze operatie is veel riskanter dan die waarbij er maar één deel verwijderd wordt. Beide bijschildklieren kunnen immers beschadigd worden.

Wat is het verschil tussen een sterilisatie en een castratie?
Een sterilisatie is het afbinden van de eileiders(bij een vrouwelijk dier) of van de zaadleider(bij een mannelijk dier. Dit wordt bij katten en andere diersoorten in het algemeen niet gedaan, omdat de eierstokken en testikels dan nog geslachtshormonen blijven produceren. Het zijn juist de effecten van deze geslachtshormonen die vaak ongewenst zijn, bijv:  krolsheid, territoriaal gedrag en urine sproeien.

Een castratie is het verwijderen van eierstokken bij een vrouwelijk dier of de testikels bij een mannelijk dier. In de volksmond noemt men het verwijderen van de eierstokken bij een poes een sterilisatie, terwijl dit eigenlijk een castratie is.

Wat wordt er gedaan bij een castratie?
Bij de poes wordt een snede in de huid en de buikspieren gemaakt, de eierstokken worden  afgebonden en verwijderd. Er is over het algemeen nauwelijks bloedverlies. De buikspieren en huid worden gehecht en de snede is 2 tot 5 cm lang. Het is heel lang gebruikelijk geweest ook de baarmoeder te verwijderen, maar onderzoek heeft aangetoond dat dit niet nodig is. Na verwijdering van de eierstokken zal de baarmoeder verschrompelen en is er dus geen kans meer op baarmoederontsteking of tumoren.

Bij de kater worden de testikels via twee kleine sneetjes naar buiten gebracht, afgebonden en  verwijderd. Ook hier is er nauwelijks bloedverlies. De sneetjes worden over het algemeen niet gehecht en genezen heel snel.

Wat zijn de voordelen van castratie bij de poes?
Bij een binnenpoes is vooral de krolsheid die gepaard gaat met onrustig gedrag en veel gemauw aanleiding voor een eigenaar om te besluiten tot castratie. Belangrijk is ook te weten dat niet gecastreerde poezen vaak in huis urine sproeien.

Bij een poes die buiten komt is het voorkomen van ongewenste nestjes natuurlijk een belangrijke reden om te castreren. Voor alle poezen geldt dat castratie de kans op melkkliertumoren sterk verkleint. Deze tumoren zijn meestal kwaadaardig en vaak dodelijk. Ook kan een gecastreerde poes geen baarmoederontsteking of baarmoedertumoren meer krijgen. Baarmoederontsteking is een ernstige infectie die meestal niet met medicijnen behandeld kan worden, maar waarbij de baarmoeder verwijderd moet worden.

Wat zijn de voordelen van castratie bij de kater?
Zowel binnen als buitenkaters gaan in huis urine sproeien om hun territorium te markeren. De urine wordt omhoog gesproeid tegen wanden, kasten of gordijnen. De geur van deze kater urine blijft(ondanks schoonmaken) erg lang hangen.

Voor de buitenkater geldt dat hij na castratie veel huiselijker wordt en veel minder vecht. Dit heeft als gevolg dat de kans op ongelukken in het verkeer sterk afneemt. Ook neemt de kans op abcessen en infecties overgebracht door krab en bijtwonden af.

Hoe wordt suikerziekte behandeld?
De behandeling vindt plaats door elke 12 uur insuline injecties te geven, dus s’ochtends en s’avonds.

De insuline injecties worden onderhuids gegeven. De naald is erg dun en de kat heeft hier over het algemeen geen last van. De insuline injecties doen de suikerspiegel (die te hoog is) dalen. Behandeling met tabletten is meestal niet succesvol bij de kat.

Wat gebeurt er als ik te veel of te weinig insuline geef?

Bij te veel insuline spuiten ontstaat er een hypoglycaemie, ook wel een ‘hypo’genoemd. De verschijnselen zijn:

  • Zoeken naar eten.
  • Zwakte/ lusteloosheid.
  • Desorientatie.
  • Wankel lopen.
  • Vreemd gedrag zoals doelloos rondlopen, de lippen aflikken.
  • Toevallen die op epilepsie lijken, verlies van bewustzijn en in het ergste geval overlijden.

In milde gevallen moet de eigenaar eten aanbieden. Als de kat weigert te eten, of als de verschijnselen ernstig zijn moet de eigenaar een suikeroplossing, honing of glucosestroop  toedienen. Daarna moet de kat direct naar de dierenarts.

Bij te weinig insuline spuiten zullen de symptomen van suikerziekte niet afnemen. Met name het vele drinken en plassen zal onveranderd blijven.

Is de behandeling met insuline levenslang?
Bij de meeste katten wel. Onderzoek wijst wel uit dat als de ziekte in een vroeg stadium wordt vastgesteld en direct met insuline injecties begonnen wordt, 50-60 % van de katten kunnen genezen van suikerziekte. Zij hebben dan geen insuline meer nodig.

Moet een kat met suikerziekte een speciaal dieet krijgen?
Uit onderzoek blijkt dat een dieet met een hoog gehalte aan eiwit en laag gehalte aan koolhydraten in combinatie met de insuline behandeling het best is.

Mensen die met katten omgaan worden wel eens gebeten. De meest voorkomende oorzaak is dat mensen vaak langer en intensiever contact willen dan katten! De kat heeft dan al gewaarschuwd dat hij niet meer geaaid of geknuffeld wil worden, door met de staart te zwiepen, te grommen of te blazen.

Een kattenbeet kan gevaarlijk zijn. De hoektanden van een kat kunen diepe wondjes veroorzaken. Hoe dieper de wond is, hoe groter het gevaar op infectie.

Wat moet ik doen als ik gebeten of gekrabt ben door een kat?
Goed uitspoelen met lauw water en daarna ontsmetten met bijvoorbeeld betadine of alcohol.

Wat is kattenkrabziekte?
Na een beet of een krab van een kat ontstaat er soms een infectie met specifieke symptomen:

  • Rode knobbeltjes.
  • Pijnlijke zwelling van lymfeklieren vlak bij de wond.
  • Koorts, hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid.

Wie loopt de meeste kans kattenkrabziekte op te lopen?
Kinderen en jonge volwassen hebben een grotere kans kattenkrabziekte te krijgen. Ook personen met een verzwakte afweer, zoals AIDS en transplantatie patienten. Bij deze laatste groep beperkt de ziekte zich niet tot de lymfeklieren, maar kan ook de botten, organen of zenuwen aantasten. Mensen met weinig afweer zou dus geadviseerd moeten worden vlooien(dragers van de bacterie) grondig te bestrijden.

Hoe wordt kattenkrabziekte behandeld?
Bij ontstoken lymfeklieren heeft antibiotica weinig effect. Het verwijderen van pus uit de opgezette lymfeklieren geeft wel verlichting en snellere genezing. De ziekte geneest dus zonder behandeling en restverschijnselen. De ernstige vormen van kattenkrabziekte bij mensen met verminderde afweer reageren  wel goed op antibiotica.

Katten

Veel voorkomende klachten

Katten en blaasproblemen lijken bij elkaar te horen. Meer nog dan bij andere diersoorten is de kans dat een kat tijdens zijn of haar leven last krijgt van de blaas, vrij groot. Mensen die veel ervaring hebben met katten weten ook dat deze problemen niet altijd gemakkelijk op te lossen zijn.

Wat voor gedrag vertoont een kat met een blaasprobleem?
Katten met een blaasprobleem hebben pijn bij het plassen en ongeacht de oorzaak zijn een of meer van de volgende symptomen te zien:

  • Vaak naar de bak gaan.
  • Kleine plasje doen, soms maar een paar druppels.
  • Klagelijk miauwen bij het plassen.
  • Buiten de bak plassen.
  • Bloed in de urine.
  • Likken aan de penis of vulva.

Katten met een blaasprobleem en de bovengenoemde symptomen plassen in een gehurkte houding. Een kat die urine sproeit, dus staand met de staart trillend omhoog, heeft meestal  geen blaasprobleem.

Blaasgruis is de benaming voor kristallen die bij veel katten in de blaas gevormd worden. De meest voorkomende kristallen zijn struvietkristallen. Deze bestaan uit magnesium, ammonium en fosfaat. Hoe meer kristallen er gevormd worden, hoe meer de blaas geïrriteerd raakt. Rond de kristallen kunnen zich andere materialen verzamelen en zo kan zich een prop vormen. Ook kunnen de kristallen een steen vormen. Zowel zo een prop als een steen kunnen bij katers de plasbuis verstoppen. Bij poezen komt dit niet voor, omdat de plasbuis veel wijder is.

De dierenarts stelt vast of er sprake is van blaasgruis door urine onder de microscoop te bekijken.

Zo noemt men een kater die door een verstopte plasbuis niet of nauwelijks meer kan plassen.

Over het algemeen zijn dit jonge katers tot een leeftijd van vijf jaar, maar af en toe ook oudere. Wat zwaardere katers die binnen leven hebben meer kans op blaasgruis.

Alle genoemde symptomen bij blaasproblemen zijn bij zo een kater aanwezig en in het ergste geval kan hij uiteindelijk helemaal niet meer plassen. Vaak gaat zo een kater ook braken. Als de urine niet meer uit het lichaam kan, blijven afvalstoffen zich ophopen en kan een kat binnen een paar dagen overlijden.

Een kater die niet meer kan plassen is dus altijd een spoedgeval! De dierenarts zal met behulp van een katheter proberen de plasbuis zo snel mogelijk vrij te maken. Deze behandeling vindt

meestal onder verdoving plaats. Als de kater lang verstopt heeft gezeten zal hij ook een infuus krijgen om zijn vochtbalans te herstellen en gifstoffen uit het lichaam te spoelen.

Hartproblemen bij de kat worden meestal veroorzaakt door cardiomyopathie, een aandoening van de hartspier. Soms is de ziekte aangeboren, soms pas op latere leeftijd verkregen. In alle gevallen is het een levensbedreigende ziekte.

Er zijn verschillende soorten cardiomyopathie. Bij katten gaat het meestal om hypertrofische cardiomyopathie. Bij deze vorm wordt de hartspier steeds dikker. Het hart kan dan minder bloed bevatten. Het kan nog wel goed samentrekken, maar onvoldoende ontspannen. De hartfunctie verslechtert zodanig, dat de ziekte vaak de dood tot gevolg heeft.

Er zijn verschillende mogelijk oorzaken:

  • Een infectie, bijvoorbeeld FIV(Kattenaids).
  • Andere ziekten zoals hoge bloeddruk of een te hard werkende schildklier.
  • Een gebrek aan taurine in de voeding. Katten kunnen niet zonder het aminozuur taurine, dat verwerkt is in elke complete kattenvoeding. Alleen katten met afwijkende eetgewoonten, bijvoorbeeld die hondenvoeding eten, ontwikkelen een taurine tekort.
  • Er is een erfelijke cardiomyopathie aangetoond bij de Maine Coon en de Ragdoll.
  • In de meeste gevallen is er echter geen duidelijke oorzaak vast te stellen.

Wat zijn de symptomen van deze ziekte?
De meest voorkomende symptomen zijn benauwdheid, lusteloosheid en een slechte eetlust. Hoewel deze verschijnselen plotseling zichtbaar kunnen worden, is de ziekte altijd al langere tijd aanwezig. Katten zijn immers dieren die korte perioden van activiteit afwisselen met lange perioden van liggen, zitten en slapen. Een slecht uithoudingsvermogen wordt zo niet opgemerkt. De benauwdheid wordt vooral zichtbaar als de kat zich inspant. De ademhaling wordt sneller en dieper. Als bij stress of opwinding de hartfrequentie stijgt, ontstaat er een gevaarlijke situatie, waarbij de kat steeds benauwder wordt en kan bezwijken aan een hartstilstand. In sommige gevallen kan er een stolsel ontstaan dat vastloopt in een bloedvat dat de achterpoten en de staart van bloed voorziet. Staan en lopen is dan niet mogelijk meer. De aandoening is erg pijnlijk en de achterpoten voelen koud aan.

Wat kan ik doen om cardiomyopathie bij mijn kat tijdig te ontdekken?
Cardiomyopathie is een van de aandoeningen die heel lang verborgen aanwezig kunnen zijn. Er zijn sterke aanwijzingen dat het instellen van een behandeling voor er klinische klachten zijn, het begin van klachten kan uitstellen en hartfalen kan voorkomen.

Het stellen van de diagnose voordat er klinische klachten zijn, gebeurt over het algemeen tijdens de jaarlijkse controle door de dierenarts die dan een afwijkend geluid of ritme van het hart vaststelt. Na het stellen van de diagnose kan dan direct een behandeling ingesteld worden. Bij katten die behoren tot een ras waarin cardiomyopathie veel voorkomt, is een jaarlijkse echo van het hart aan te raden.

Katten kunnen doof geboren worden of op latere leeftijd doof worden. Hoe ga je daar als baasje mee om?

Hoe weet ik of mijn kat doof is?
Als u het volgende merkt:

  • De kat reageert niet op luide geluiden.
  • Een gedesoriënteerde indruk.
  • Hij reageert niet als u de kamer binnenkomt.
  • Hij wordt pas wakker als u hem aanraakt.

Wat moet ik doen als ik denk dat mijn kat doof is?
Een kat heeft normaal gesproken schone oren. Als u vuil in de oren ziet en/of er een vieze geur uit komt, laat de kat dan nakijken door de dierenarts.  U kunt zelf een eenvoudige test doen door bijvoorbeeld hard te klappen als u achter de kat staat en kijken of deze reageert. Bedenk wel dat kittens jonger dan 6 weken niet makkelijk op geluidsprikkels reageren.

Is er een test om doofheid te diagnosticeren?
Ja, dit is de BAER(Brainstem Auditory Evoked Response)test. Deze test is ontwikkeld in de humane geneeskunde en wordt nu ook in de diergeneeskunde gebruikt. Hierbij worden onder verdoving elektroden onder de huid van de kat geplaatst en de reactie op geluiden die uit een oordopje komen, gemeten. Met deze test kan ook vastgesteld worden of een kat eenzijdig of aan beide oren doof is. Deze test wordt voornamelijk uitgevoerd bij witte raskatten.

De meeste oorproblemen bij katten worden veroorzaakt door:

  • Oormijt. Deze kleine parasiet leeft in het oor en veroorzaakt een oorontsteking die met veel jeuk gepaard gaat. Karakteristiek is het droge, zwarte oorsmeer dat hierbij gevormd wordt. Oormijt komt veel bij kittens voor. De parasiet leeft op katten en honden. Deze kunnen elkaar dus besmetten. De behandeling bestaat uit een oorzalf en een mijtendodend middel.
  • Bacteriën en schimmels. Deze veroorzaken oorontstekingen die meestal met jeuk en pijn gepaard gaan. Soms kan er pus uit het oor komen of stinkt het oor. Een behandeling met antibioticum en/of schimmeldodende oorzalf is meestal afdoende.
  • Allergie. Een allergie kan een oorontsteking veroorzaken die met heftige jeuk gepaard gaat en telkens weer terugkomt. Een behandeling met oorzalf is dan niet afdoende. Zolang de oorzaak van de allergie aanwezig blijft, komt de oorontsteking terug.

Poliepen, tumoren en auto immuun ziekten kunnen ook chronische oorontstekingen veroorzaken. In zeldzame gevallen kan er een vreemd voorwerp(insect,grasaar) in het oor vast komen te zitten.

Over het algemeen geldt: hoe langer oorproblemen aanwezig zijn, hoe meer veranderingen er in het oor optreden die niet meer te herstellen zijn.

Katten met chronische oorontstekingen kunnen een othematoom(ook wel bloedoor genoemd) ontwikkelen: een bloeduitstorting in het oor. Indien niet behandeld kan een oor hierdoor verschrompelen.

FIP is een van de minder vaak voorkomende virusziekten bij de kat, maar wie ooit een kat heeft gehad met deze ziekte zal het niet snel vergeten. Het is een dodelijke ziekte die vaak jonge katten treft en erg veel verdriet veroorzaakt.

FIP is de afkorting van Feline Infectieuze Peritonitis(buikvliesontsteking)Dit is een fatale ziekte die kan ontstaan na een infectie met het Feline Coronavirus. Infecties met het Feline Coronavirus komen wereldwijd veel voor en zullen over het algemeen zonder symptomen verlopen. Katten kunnen als gevolg van de infectie wel diarree krijgen, maar deze gaat meestal vanzelf over. Feline Coronavirussen verspreiden zich via de ontlasting van geïnfecteerde katten. Sommige geïnfecteerde katten scheiden hun hele leven lang het Corona virus uit. Dit noemt men ‘dragers’. Bij sommige katten die besmet raken met dit virus, muteert het tot een gevaarlijk virus dat FIP veroorzaakt.

Hoe kan de diagnose gesteld worden?
FIP is een van de moeilijkste diagnoses. Er is geen enkele simpele laboratoriumtest die bewijzend is.

De dierenarts kan de vermoedelijke diagnose FIP baseren op:

  • De achtergrond van de kat. FIP komt het meeste voor bij katten jonger dan twee jaar, raskatten en katten uit een grote groep.
  • Afwijkingen vastgesteld bij het lichamelijk onderzoek  zoals: oogafwijkingen, zenuwafwijkingen en vloeistof in de buik of de borst.
  • Bloedonderzoek kan de diagnose FIP ondersteunen, maar niet bewijzen. Bloedcellen kunnen wijzen op een infectie en er kan een bloedarmoede aanwezig zijn. Bepaalde eiwitten in het bloed kunnen in hogere mate aanwezig zijn.
  • Dit is een hele sterke aanwijzing dat de kat FIP heeft. In geval van twijfel, kan het eiwitgehalte en het celgehalte in het laboratorium onderzocht worden. Bij FIP is het eiwitgehalte hoog en het celgehalte laag.
  • Onderzoek van de vloeistof uit de buik. Door middel van een punctie kan wat vloeistof uit de buik gezogen worden. Dit doet nauwelijks pijn en de kat hoeft daar dus niet voor verdoofd te worden. De vloeistof bij FIP is ‘dradentrekkend’, een beetje slijmerig dus. Dit is een hele sterke aanwijzing dat de kat FIP heeft. In geval van twijfel, kan het eiwitgehalte en het celgehalte in het laboratorium onderzocht worden. Bij FIP is het eiwitgehalte hoog en het celgehalte laag.

De definitieve diagnose FIP kan alleen gesteld worden door weefselonderzoek. Kleine stukjes weefsel(biopten) uit bijvoorbeeld lever, nieren of lymfeklieren worden microscopisch bekeken en de ontstekingen typisch voor FIP zijn het definitieve bewijs dat de kat deze ziekte heeft. Deze stukjes weefsel kunnen afgenomen worden tijdens een echo onderzoek of een kijkoperatie. Vaak wordt de diagnose aan de hand van zulk weefselonderzoek pas na het overlijden van de kat gesteld.

De meest voorkomende problemen zijn tandsteen, tandvleesontstekingen en tandhalslaesies.

Vrijwel elke kat krijgt tandsteen. Meestal wordt vanaf een jaar of drie een aanslag zichtbaar op de buitenzijde van de achterste kiezen. De meeste aanslag zit op de kiezen van de bovenkaak. De aanslag kan een gele, bruine of grijze kleur hebben. Naarmate de kat ouder wordt, wordt de laag tandsteen dikker en op meer tanden en kiezen zichtbaar.

Tandsteen bestaat uit mineralen en bacteriën. Op de overgang van tand naar tandvlees ontstaat een ontsteking. Het tandvlees trekt zich terug, de wortel komt bloot te liggen en zelfs het bot om de tand raakt aangetast. Uiteindelijk gaat de tand of kies los zitten. Een ander gevaar van tandsteen is dat bacteriën zich van hier uit door het lichaam kunnen verspreiden. Zo kunnen ze infecties veroorzaken in organen zoals lever, hart en nieren.

Tandvleesontstekingen kunnen bij katten ook spontaan ontstaan zonder dat er veel tandsteen aanwezig is. Soms is een virusinfectie de oorzaak, zoals het beruchte FIV(kattenaids) en FELV(Katten Leukemie), maar lang niet altijd.

Tandhalslaesies zijn gaten in het glazuur net boven de wortel. Er zijn dierenartsen die deze gaatjes vullen, maar het levert niet altijd een blijvend herstel op. Meestal worden deze tanden of kiezen dus getrokken.

Hoe kan ik zien of mijn kat gebitsproblemen heeft?
Pas in een heel laat stadium zal opvallen dat de kat een slechte adem heeft en geen droge brokjes meer wil eten. Sommige katten gaan kwijlen en bij anderen valt op dat ze zich niet meer goed wassen.

Om de problemen in een vroeg stadium te ontdekken moet u af en toe in de bek van uw kat kijken. Het enige dat u hoeft te doen is de bovenlip optillen en de buitenzijde van tanden en kiezen bekijken. Het tandsteen vormt zich vooral op de achterste kiezen en de hoektanden. U hoeft de bek van de kat dus niet helemaal open te doen.

Wat kan ik doen om gebitsproblemen te voorkomen?
Allereerst is het belangrijk dat uw kat droge brokjes eet. Als een kat alleen blikvoeding eet, zal er veel sneller en meer tandsteenvorming plaats vinden. Tegenwoordig zijn er verschillende soorten brokjes in de handel die tandsteenvorming voorkomen. Deze brokjes hebben een speciale structuur die de tanden als het ware schoon schuurt. Ook bevatten ze stoffen die tandsteenvorming tegen gaan Als uw kat hier elke dag wat van eet, scheelt dit enorm in de tandsteenvorming.

Hoge bloeddruk komt bij oude katten veel voor en richt enorme schade aan. Gezien de dramatische gevolgen van hoge bloeddruk, is een gezondheidscontrole van een oude kat niet compleet zonder bloeddruk meting.

Wat is de oorzaak van hoge bloeddruk?
Oude katten met een te hard werkende schildklier of slecht werkende nieren hebben een grote kans op het ontwikkelen van een hoge bloeddruk. Ook katten waarbij deze organen goed werken kunnen  echter een hoge bloeddruk hebben. Er is niet altijd een duidelijke oorzaak van hoge bloeddruk te vinden.

Wat zijn de gevolgen van hoge bloeddruk?
Een hoge bloeddruk is vooral schadelijk voor bepaalde organen.

  • De ogen: het netvlies(bevindt zich achter in het oog en is essentieel voor het gezichtsvermogen) gaat bloeden of raakt los. Veel katten met hoge bloeddruk komen bij de dierenarts, omdat ze in korte tijd blind zijn geworden.
  • De hersenen: er treden hersenbloedingen of beroertes op. Deze katten zijn plotseling geheel de kluts kwijt, lopen alleen nog maar rondjes of zijn verlamd.
  • De nieren: de nierfunctie gaat achteruit. Alle symptomen van nierfalen(vermagering, slechte eetlust, veel drinken en plassen, braken) treden op.
  • Het hart: de hartfunctie verslechtert. De kat eet slecht, wordt benauwd en kan plotseling overlijden.

Kanker is ziekte die veroorzaakt wordt door abnormale cellen die ongecontroleerd groeien. Dit heeft meestal het ontstaan van bulten tot gevolg die tumoren genoemd worden. Niet elke tumor is gevaarlijk. Sommige tumoren dringen in het omliggende weefsel en verspreiden zich door het lichaam. Dit worden kwaadaardige tumoren genoemd. Dit verspreiden door het lichaam wordt uitzaaien genoemd. Het veroorzaakt grote schade aan het lichaam en is vaak dodelijk. Tumoren die dit gedrag niet vertonen noemt men goedaardig.

Wat zijn de symptomen van kanker/een tumor?
Aangezien kanker elk deel van het lichaam kan aantasten zijn de symptomen die katten met kanker ontwikkelen erg divers. Over het algemeen hebben vooral oude katten een grote kans om kanker te krijgen. Meestal ontwikkelt kanker zich langzaam en zijn de eerste symptomen vaag: een slechte eetlust, minder energie, een slechte vacht en gewichtsverlies. Naarmate de ziekte voortschrijdt, treden er complicaties op doordat bepaalde weefsels of organen aangetast raken. Soms is het moeilijk om de diagnose te stellen omdat de klachten ook veroorzaakt zouden kunnen worden door bijvoorbeeld een infectie of slecht werkende organen.

Wat voor soort kanker/tumoren komen veel voor bij de kat?

  • Maligne lymphoom. Dit is een ongecontroleerde groei van witte bloedcellen. Aangezien deze witte bloedcellen in het hele lichaam voorkomen kan ook de tumor overal voorkomen. De symptomen hangen af van het aangetaste lichaamsdeel of orgaan. Zowel het Feline Leukemievirus als het Feline Immunodeficientie Virus kunnen de oorzaak van het maligne lymphoom zijn. Behandeling is mogelijk met chirurgie, chemotherapie en bestraling. De behandeling hangt af van de locatie en de mate van verspreiding.Hoewel een behandeling vaak erg goed aanslaat en het leven kan verlengen, zijn er maar weinig katten die geheel genezen. Is een virus de onderliggende oorzaak, zal geen definitieve genezing optreden, aangezien het virus in het lichaam blijft.
  • Plaveiselcelcarcinoom. Deze vorm van kanker komt voor als huidkanker bij witte katten en als een tumor in de bek bij katten in het algemeen. Bij witte katten zijn meestal de oren en/of de neus aangetast. Als de tumor in een vroeg stadium operatief verwijderd wordt, is de behandeling meestal succesvol. Erg oppervlakkige tumoren kunnen bestraald worden. Katten die deze tumor gehad hebben moeten uit de zon blijven of behandeld worden met zonnebrand crème. Het plaveiselcelcarcinoom in de bek is een vrij agressieve tumor, die meestal te laat ontdekt wordt door de eigenaar. De tumor zit vaak naast of onder de tong. Symptomen zijn: kwijlen, moeizaam eten en een vieze geur uit de bek. Operatief verwijderen van de tumor is vaak onmogelijk, maar sinds kort is er in Nederland op de Faculteit voor Diergeneeskunde een nieuwe therapie ontwikkeld. Hierbij worden radioactieve bolletjes in de tumor geplaatst.
  • Melkkliertumor. Katten die laat of niet gesteriliseerd zijn, hebben de meeste kans hierop, maar dierenartsen zien deze tumoren ook regelmatig bij gesteriliseerde poezen. Dit zijn erg kwaadaardige tumoren. Hoe eerder deze tumor operatief verwijderd wordt, hoe groter de kans op succes. Bij grotere tumoren en meerdere kleine  vindt er vaak uitzaaiing plaats naar de longen. Ook kunnen de tumoren opengaan en vieze zweren veroorzaken.
  • Adenocarcinoom in de darm. Deze tumor kan zowel in de dunne als in de dikke darm voorkomen. Door de snelle groei kan er een verstopping van de darm optreden. Niet eten, braken en diarree zijn dan de symptomen. Er kan uitzaaiing plaats vinden naar de lymfeknopen in de buik. Vroeg operatief ingrijpen kan succesvol zijn.
  • Fibrosarcoom. Deze tumor ontstaat vanuit het bindweefsel en wordt meestal gezien als een langzaam groeiende, stevige, zwelling onder de huid. De mate van kwaadaardigheid varieert erg. Sommige van deze tumoren dringen snel door in de omliggende weefsels en zaaien uit naar de organen. Bij andere duurt het heel lang voordat dit gebeurt. De behandeling bestaat uit het chirurgisch verwijderen eventueel met bestraling.

De ziekte wordt veroorzaakt door een virus: het Feline Immunodeficientie Virus(FIV) Het is virus is verwant aan het HIV, het virus dat bij de mens Aids veroorzaakt. Beide virussen gaan echter niet over van dier op mens of mens of dier! Een kat met FIV kan dus geen mens besmetten.Een mens met HIV kan geen kat besmetten. Eenmaal besmet met FIV kan de kat hier niet meer van genezen.

Hoe raakt een kat besmet?
De besmetting vindt plaats via contact met besmet bloed. In de praktijk betekent dit dat katten besmet raken door vechten met een kat die het virus heeft. Dit verklaart waarom ongecastreerde katers de grootste kans hebben om de ziekte op te lopen. Zij vechten immers het meest en het hevigst. Niet gesteriliseerde poezen die buiten lopen, kunnen tijdens de paring besmet raken. Een kater die een poes dekt, zal haar vaak in haar nek bijten.

Wat zijn de symptomen?
Het virus tast het afweersysteem van de kat aan en deze kan daardoor allerlei infecties oplopen. Dit kunnen bijvoorbeeld infecties zijn in de bek, huid, luchtwegen, nieren, blaas etc. Bij katten met FIV wordt vaak ontstoken tandvlees gezien, gezwollen klieren, oogontstekingen, diarree, bloedarmoede en koorts. De meeste katten vermageren.

Katten die niet eten, kunnen leververvetting ontwikkelen. Door het niet eten wordt er vet afgebroken in het lichaam. Dit vet wordt echter niet omgezet in energie, zoals eigenlijk zou moeten, maar wordt opgeslagen in de lever. De normale leverfunctie raakt daardoor verstoord, met als gevolg dat de kat doodziek wordt.

Wanneer ontstaat leververvetting?
Leververvetting kan ontstaan in alle situaties waarbij een kat stopt met eten. Bijvoorbeeld bij suikerziekte, ontsteking van de alvleesklier, nierproblemen etc. Stress is vaak een duidelijke oorzaak. Er blijkt dan vaak een verandering in de leefomstandigheden van de kat plaats te hebben gevonden. Bijvoorbeeld een verhuizing, een nieuw huisdier of persoon in huis.

Wat zijn de symptomen van leververvetting?

  • Verlies van eetlust.
  • Depressie.
  • Braken.
  • Gele slijmvliezen, vooral zichtbaar in de ogen en in de bek.
  • Kwijlen.
  • Gewichtsverlies.

De aandoening wordt vaak pas in een laat stadium vastgesteld, omdat eigenaren dan pas symptomen zien. Hoe later de aandoening vastgesteld wordt, hoe minder de dierenarts nog kan doen. Het is dan ook begrijpelijk dat er vele misverstanden bestaan over het nierprobleem van de oudere kat.

Wat zijn de symptomen?
Als de achteruitgang van de nieren begint is er aan de kat niets te merken. Er is pas wat te zien als er al twee derde van de nieren verloren is gegaan. De duidelijkste symptomen zijn:

  • Een slechte eetlust.
  • Regelmatig braken.
  • Veel drinken en plassen.
  • Vermageren.
  • Doffe, plukkerige vacht.
  • In het eindstadium eet de kat niet of nauwelijks meer en braakt bijna dagelijks.

Niesziekte is de meest voorkomende infectieziekte bij de kat. Iedereen die veel met katten te maken heeft, wordt er vroeg of laat mee geconfronteerd. Het is een ziekte die als een onschuldige verkoudheid voorbij kan gaan of als een dodelijke griep kan toeslaan. Niesziekte is een verzamelnaam voor infecties van de voorste luchtwegen van de kat (neus, keel, luchtpijp).Deze infecties veroorzaken: niezen, snot uit de neus, vieze ogen, blaren op de tong. hoesten en algemeen ziek zijn.

Waar wordt niesziekte door veroorzaakt?
De belangrijkste verwekkers van niesziekte zijn twee virussen: het rhinotracheitis virus(een herpes virus)en het calicivirus. Chlamydia en Bordetella, twee soorten bacteriën kunnen elk ook niesziekte veroorzaken, alleen of in combinatie met een van de twee virussen.

Is niesziekte gevaarlijk?
Dat hangt af van de situatie. Katten die gevaccineerd zijn zullen geen of slechts milde ziekteverschijnselen vertonen. Katten die niet(of te lang geleden) gevaccineerd zijn kunnen ernstig ziek worden. Hoge koorts, een verstopte neus en soms blaren op de tong zijn dan de oorzaken waardoor een kat stopt met eten en drinken.  De meeste katten zullen met diergeneeskundige zorg de infectie overleven. Voor kittens, oude of zwakke dieren bestaat echter het gevaar dat ze aan de ziekte overlijden.

Hoe kan niesziekte voorkomen worden?
Als er voor een ziekte geldt’voorkomen is beter dan genezen’, dan is het niesziekte! Door op tijd te vaccineren voorkomt u dat uw kat ziek wordt. Gevaccineerde katten krijgen hoogstens een milde verkoudheid die snel weer over gaat. Over het algemeen worden kittens gevaccineerd op 9 en 12 weken. De daarop volgende vaccinatie op eenjarige leeftijd is ook erg belangrijk.

Obstipatie is de (te lange) afwezigheid of moeilijke passage van ontlasting. De ontlasting hoopt zich op  in de laatste delen van de darm: het colon en rectum. De kat zal gaan persen om te proberen de ontlasting kwijt te raken en soms tekenen van pijn laten zien.

Wat zijn de oorzaken van obstipatie?
Er zijn vele mogelijke oorzaken:

  • Voeding. Hoe meer plantaardige vezels de voeding bevat, hoe kleiner de kans op obstipatie. Katten die alleen vlees of vis eten, hebben dus meer kans op obstipatie.
  • Weinig beweging. Katten die weinig bewegen hebben meer kans op obstipatie.
  • Omgevingsoorzaken. Alle oorzaken die de kattenbak voor een kat onaantrekkelijk maken, zoals: te weinig kattenbakken in huis voor het aantal katten, een vieze kattenbak, verandering van het grit of de locatie van de bak, angst voor andere katten, pijnlijke gewrichten waardoor het in de kattenbak stappen moeilijk wordt.
  • Zenuwaandoeningen die de functie van de darm aantasten. Soms is de oorzaak bekend, bijvoorbeeld een ongeval, maar vaak is het niet duidelijk waarom de darm niet meer goed werkt.
  • Trauma of pijn aan bekken, rug of heupen. Alles dat het moeilijk of pijnlijk maakt voor de kat om een gehurkte houding aan te nemen kan leiden tot obstipatie.
  • Obstructie door een vreemd voorwerp, botjes of haarballen.
  • Obstructie door afwijkingen aan het rectum of anus, zoals tumoren, vernauwingen of verslapping van de spieren rondom de anus.
  • Uitdroging of verzwakking door ziekte. Vooral katten met slecht werkende nieren raken makkelijk uitgedroogd. Ze absorberen meer vocht vanuit de darm en de ontlasting wordt droog en hard.
  • Bepaalde medicijnen zoals vochtafdrijvers of opiaten.

Bij veel oude katten wordt de schildklier groter en gaat meer schildklierhormoon produceren. De stofwisseling gaat te snel, waardoor de kat steeds meer gaat eten, maar toch magerder wordt. Het lichaam wordt langzaam gesloopt.

De op hol geslagen schildklier heeft het hart dan al een hele tijd te snel laten kloppen. De hartspier kan dan onherstelbaar verzwakt zijn. Schildklierpatienten hebben ook een verhoogde kans op hoge bloeddruk, die ernstige schade kan aanrichten aan nieren, hersenen en ogen. Zelfs na behandeling van het schildklierprobleem moet de hoge bloeddruk soms nog levenslang behandeld worden.

Schildklierpatienten in een laat stadium komen dus meestal met meerdere symptomen bij de dierenarts. Een ding hebben ze gemeen: ze zijn broodmager!

Symptomen:

  • De hoeveelheid eten die naar binnen gewerkt wordt is vaak een veelvoud van wat de kat vroeger at. Toch wordt het dier steeds magerder. De spieren verdwijnen en de kat wordt letterlijk ’vel over been.’
  • Meer water drinken en meer plassen vallen ook op.
  • Veel katten gaan vaak overgeven en hebben last van diarree.
  • De vacht wordt dof en plukkerig.
  • Het gedrag verandert ook: de kat wordt actiever, oogt voor een oude kat nog erg fit. Ondanks de vermagering denkt men daarom vaak dat de kat niet ziek is.

Als er te weinig insuline is blijft de suikerspiegel in het bloed hoog en er wordt daardoor ook suiker uitgescheiden in de urine. De lichaamscellen gaan lichaamsvet en eiwit gebruiken als energiebron, waardoor de kat af gaat vallen. De afvalproducten van deze processen zijn giftig, waardoor de kat erg ziek kan worden.

Wat zijn de symptomen van suikerziekte?
Het belangrijkste symptomen zijn veel drinken en veel plassen. De eetlust is meestal toegenomen. Op den duur zal de kat afvallen. Bij sommige katten worden de achterpoten zwakker en lopen ze met ‘doorgezakte’ achterpoten. Deze situatie kan jaren duren zonder dat de kat echt ziek lijkt.

Als de suikerziekte niet behandeld wordt zal de kat echter op een gegeven moment in een  crisis terecht komen, waarbij hij/zij niet meer eet, braakt en uitgedroogd raakt. De behandeling van deze crisis is erg intensief en vereist opname in een kliniek. De kat moet dan aan een infuus en verschillende bloedwaarden worden dan regelmatig gemeten en gecorrigeerd. Indien een kat in deze crisis niet behandeld wordt, zal deze overlijden.

Behandelingen

Als de urineweg vrij is, zal er een dieet dat blaasgruis oplost voorgeschreven worden in combinatie met een pijnstiller. Een blaasgruisdieet bevat minder magnesium (een bouwsteen voor de kristallen) en veroorzaakt een lagere zuurgraad van de urine, waarbij er geen kristallen gevormd worden. Na ongeveer vier weken is al het blaasgruis opgelost. Bij katten die ernstig verstopt hebben gezeten, wordt meestal geadviseerd daarna een blaasgruis voorkomend dieet te geven. Zou de kat weer gewone kattenvoeding eten is er namelijk een kans van ongeveer 50 % dat het probleem terugkomt. Om herhaling van een ernstige verstopping te voorkomen wordt dit dieet dan levenslang gegeven.

Bij katers waarbij de plasbuis niet verstopt was, wordt vaak na een paar maanden geprobeerd of ze weer gewone voeding kunnen eten zonder klachten. Sommige katers krijgen alleen klachten na het eten van een bepaald soort kattenvoeding. Soms gaat het beter als de kat geen brokjes eet, maar blikvoeding.

Let op! In sommige dierenwinkels worden blaasgruisdieten verkocht die niet effectief zijn. Goede blaasgruisdieten zijn alleen bij de dierenarts verkrijgbaar.

Ik heb meer katten in huis. Mogen deze ook blaasgruis voorkomend dieet eten?
Dat mag. Let wel op dat ze niet te dik worden. De meeste blaasgruis dieten bevatten meer calorieën dan gewone kattenvoeding.

Is er een operatie mogelijk als een kater verstopt zit?
Ja. Als het de dierenarts niet lukt de verstopping met behulp van een katheter weg te spoelen is het mogelijk om de penis te amputeren. Het blaasgruis loopt namelijk vooral vast in de penispunt. Als de penis verwijderd is, is de uitgang van plasbuis wijd genoeg om blaasgruis en kleine steentje door te laten. Na de operatie is er echter een grotere kans op blaasontstekingen.

Een blaassteen kan vastgesteld worden met behulp van een röntgenfoto of een echo. Over het algemeen wordt de steen operatief verwijderd. Na de operatie zijn de klachten doorgaans heel snel verdwenen. De steen wordt geanalyseerd om vast te stellen uit welke mineralen deze opgebouwd is. Daarna kan een dieet voorgeschreven worden om te voorkomen dat er opnieuw een steen gevormd wordt.

Mijn kat heeft een blaasontsteking, maar de dierenarts kan geen oorzaak vinden. Hoe kan dat?
Voor veel blaasontstekingen bij katten is geen oorzaak te vinden. De kat heeft dan alle symptomen van een blaasontsteking, inclusief bloed in de urine, maar er komt niets uit de onderzoeken van de dierenarts. In de urine zitten dan geen kristallen of bacteriën en op een röntgenfoto of echo is geen blaassteen of een andere afwijking te zien.

Deze blaasontsteking wordt idiopatische blaasontsteking genoemd en heeft de volgende kenmerken:

  • Na 2 tot 3 dagen verdwijnen de klachten meestal weer.
  • Stress speelt meestal een rol.
  • De klachten komen bij de helft van de katten weer terug.
  • Het effect van pijnstillers of blaasontspanners is vaak niet duidelijk.

Een afdoende behandeling voor dit probleem is nog niet gevonden, maar de volgende behandelingen kunnen een positief effect hebben:

  • Verandering van de omgeving zodat stress vermindert.
  • Blikvoeding geven in plaats van droge brokken.
  • Feromonen, zoals Feliway in de omgeving aanbrengen.

De behandeling kan bestaan uit:

  • Een vochtafdrijver om eventueel aanwezig vocht in de longen of borstkas te verwijderen.
  • Middelen die de hartfunctie ondersteunen:
  • ACE remmers, die de bloedvaten verwijden en het bloed wegpompen van het hart vergemakkelijken.
  • Calcium blokkers die de hartspier doen ontspannen zodat er meer ruimte is voor vulling van het hart.
  • Beta- blokkers die de hartslag vertragen, zodat er meer tijd is voor vulling van het hart.
  • Aspirine om het ontstaan van stolsels te voorkomen.

Wat is het vooruitzicht voor katten met cardiomyopathie?
Dit hangt af van de ernst en het type van de aandoening. Bij katten die cardiomyopathie ontwikkeld hebben door hoge bloeddruk of een te hard werkende schildklier, moeten ook deze aandoeningen behandeld worden. Het vooruitzicht hangt dan mede af van het onder controle krijgen hiervan.

Katten die door het vastlopen van een stolsel complicaties hebben gehad, hebben geen goed vooruitzicht.

Ook katten met ernstige klachten die niet snel opknappen na instellen van de behandeling hebben een slecht vooruitzicht.

Over het algemeen geldt: hoe later cardiomyopathie ontdekt wordt, hoe slechter de conditie van het hart en hoe slechter het vooruitzicht.

Aangezien katten meestal niet zelf overlijden is de kans heel groot dat u zelf zal moeten beslissen over het moment van inslapen. Er kan sprake zijn van een ziekte waarvan geen herstel mogelijk is of de kwaliteit van het leven kan door ouderdomskwalen onvoldoende zijn. In overleg met uw dierenarts zal dan het besluit genomen worden om uw kat te laten inslapen.

Waar?
Een belangrijke beslissing die genomen moet worden is of de euthanasie in de dierenartsenpraktijk plaats zal vinden of bij u thuis. De meeste dierenartsen zullen geen bezwaar hebben om dit thuis te doen, mits u dit op tijd bespreekt.

Wanneer?
Als u samen met de dierenarts heeft vastgesteld dat uw kat ingeslapen zal worden, wacht dan niet te lang. Hoe groot de verleiding ook is…

Katten zijn meesters in het overleven. Zelfs als ze aandoeningen hebben die mensen aan hun bed gekluisterd zouden houden, lopen ze nog steeds rond en doen alsof er niets aan de hand is! Pijn laten ze meestal niet zien. In de praktijk gebeurt het regelmatig dat er zo lang gewacht wordt dat er zelfs een ‘spoedgeval’  is ontstaan. Alle reserves zijn dan op en de kat stort dan helemaal in. Veel katten worden tijdens spoeddiensten ‘s avonds en in de weekenden ingeslapen!

Hoe?
Over het algemeen zal de dierenarts eerst een narcose injectie geven. Deze wordt bij katten meestal in de rugspier of het dijbeen gegeven. De kat zal dan na vijf tot tien minuten in slaap vallen. Deze injectie kan pijnlijk zijn.

Daarna volgt het inspuiten van het inslaapmiddel. Dit is een zeer krachtig narcosemiddel. Het stopt de ademhaling  en de hartslag binnen enkele minuten  nadat het in de bloedbaan komt. De bedoeling is dat de kat deze injectie niet meer voelt en de gevolgen niet bewust meemaakt. Belangrijk is dus dat de narcose diep genoeg is.

Het inslaapmiddel kan op verschillende plaatsen ingespoten worden.

  • Direct in het hart. Voor veel eigenaren is dit geen prettig idee. De kat voelt er echter niets van en het is de snelste manier om het inslaapmiddel in de bloedbaan te brengen.
  • In een bloedvat. Dit zal in het algemeen een bloedvat in de voorpoot zijn. Dit bloedvat is bij katten vrij dun en trekt tijdens een narcose ook nog eens samen. Dit kan het inspuiten van het inslaapmiddel bemoeilijken.
  • In de nier. Bij een niet al te dikke kat is het vrij makkelijk om het inslaapmiddel in de nier te spuiten. Dit zal vrijwel net zo snel werken als een injectie in het hart of een bloedvat.
  • In de buik. Hierbij wordt het inslaapmiddel heel langzaam in de bloedbaan opgenomen. In tegenstelling tot de bovenstaande manieren kan het na deze injectie wel een half uur duren voor de dood is ingetreden.

Elke dierenarts heeft een voorkeur voor een van deze injectietechnieken. Bespreek vooraf hoe de laatste injectie plaats zal vinden, zodat u niet voor verassingen komt te staan. Overweeg ook of u wel bij de laatste injectie aanwezig wilt zijn. Er kunnen direct na het overlijden stuiptrekkingen zijn die niet prettig zijn om te zien. Voor uw kat is het belangrijk dat u er bij bent tot hij/zij onder narcose is. Tijdens de laatste injectie is dat niet meer het geval, want dan is de kat niet meer bij bewustzijn.

 

 

Kan FIP behandeld worden?
Als er eenmaal symptomen zichtbaar zijn, is er geen behandeling mogelijk en zal FIP de dood tot gevolg hebben. Behandeling met een infuus, bijvoeding en corticosteroïden(bv prednison) zal de conditie van de kat wat verbeteren en dus het fatale verloop wat uitstellen.

Is er een vaccin tegen FIP?
Ja, een vaccin dat via de neus toegediend wordt. Er is discussie over de werkzaamheid van het vaccin. Over het algemeen wordt aangenomen dat het enig nut kan hebben in bepaalde situaties, maar dat de bescherming zeker geen honderd procent is.

Aangezien FIP geen veel voorkomende ziekte is wordt het vaccin niet routinematig door dierenartsen gebruikt.

Mijn kat heeft veel tandsteen en erg ontstoken tandvlees. Wat nu?
Uw dierenarts kan het tandsteen onder verdoving verwijderen. Loszittende tanden en kiezen worden getrokken. Uw kat zal zich daarna een stuk beter voelen. U moet daarna wel met behulp van voeding, poetsen of ontsmettende middelen voorkomen dat het tandsteen terugkomt.

Kan een kat nog goed eten als er tanden en kiezen getrokken worden?
Dat valt erg mee. Zelfs als er meerdere tanden en kiezen getrokken zijn, eten veel katten nog  droge brokjes.

Mijn kat heeft ernstige tandvleesontsteking, maar geen tandsteen. Is hier wat aan te doen?
Uw dierenarts zal allereerst zoeken naar een mogelijke oorzaak. Ook zal hij/zij  beoordelen of er tanden en kiezen getrokken moeten worden. Over het algemeen wordt de ontsteking dan minder. In ernstige gevallen kan ook met medicijnen zoals prednison behandeld worden.

Hoe vaak moet het gebit van een kat door een dierenarts nagekeken worden?
Minimaal één maal per jaar!

Hoe wordt hoge bloeddruk behandeld?
Het meest gebruikte medicijn is amlodipine. Het middel is erg veilig voor de kat en hoeft maar eenmaal per dag gebruikt te worden. In mijn praktijk lossen we de tabletten op in een voor katten smakelijke vloeistof. De meeste katten accepteren het dan ook door het eten.

De dosering moet individueel vastgesteld worden voor elke kat. Na een of twee controles is meestal duidelijk hoeveel een kat nodig heeft.

De diagnose kanker/tumor is dus lang niet altijd een doodvonnis voor een kat. Er kan vaak wat aan gedaan worden. Hoe eerder de tumor ontdekt wordt, hoe meer kans op een succesvolle behandeling.

Het komt helaas vaak voor dat het probleem erg laat ontdekt wordt en er niets meer aan te doen is. Mede om tumoren op tijd te ontdekken is een halfjaarlijkse check up voor oude katten aan te raden.

Is er een behandeling?
Er is geen genezing mogelijk. De infecties die ontstaan door de lage weerstand kunnen wel bestreden worden met antibiotica. Er zijn ook middelen die het virus kunnen onderdrukken. Het enige middel dat in Nederland  voor katten op de markt is is Virbagen Omega(interferon). Het is echter een dure behandeling en er is geen garantie dat de conditie van de kat verbetert. Belangrijk is dat de kat zo weinig mogelijk aan stress blootgesteld wordt. Door goede voeding, regelmatig ontwormen en ontvlooien ondersteunt men de conditie. Minimaal twee maal per jaar een gezondheidscontrole door de dierenarts is nodig om problemen op tijd te ontdekken. Vaccineren houdt een risico in, want het lichaam kan moeilijk weerstand opbouwen.

Moet een kat met FIV geïsoleerd worden?
Voorkomen moet worden dat de kat met andere katten vecht. De kat mag dus niet meer naar buiten. Maakt de kat deel uit van een harmonieuze groep katten dan is er geen besmettingsgevaar. Een kat hoeft dus niet gescheiden te worden van zijn of haar maatjes.

Wat is de levensverwachting van een kat met FIV?
Dat hangt van verschillende factoren af. Er zijn meerdere types van het virus, bij sommige types zijn de symptomen wat milder. Ook hangt het er vanaf in welk stadium van de ziekte de kat is. In de eerste stadia zijn de symptomen niet ernstig en kunnen infecties gemakkelijk bestreden worden. Geleidelijk aan worden de symptomen steeds ernstiger en uiteindelijk zal behandeling niet meer helpen. De kat zal in het laatste stadium aan de ziekte overlijden.

Het kan echter jaren duren voor dit laatste stadium bereikt wordt. Bij sommige katten duurt dit wel tien jaar. Veel katten met FIV kunnen dus nog jaren in min of meer goede gezondheid leven.

Kan FIV voorkomen worden?
Er is nog geen vaccinatie tegen FIV. De enige manier om de infectie te voorkomen is dus voorkomen dat een kat met andere katten vecht. Het castreren van een kater reduceert zijn vechtlust aanmerkelijk.

Katten die in groepen gehouden worden zoals in dierenasiels/pensions dienen regelmatig getest te worden. Positieve dieren moeten dan geïsoleerd worden van de rest (dit geldt niet in een huissituatie). Als er een nieuwe kat geïntroduceerd wordt in een groep, dient deze eerst vier weken in quarantaine gehouden en dan getest te worden.

Mensen die al katten hebben en een zwerfkat (of kat die buiten gelopen heeft) in huis opnemen, kunnen deze beter eerst laten testen. Dekkaters en poezen dienen ook regelmatig gecontroleerd te worden op FIV. Over het algemeen wordt er een gecombineerde test gedaan, waarbij ook op FELV (katten leukemie) getest wordt.

Hoe wordt leververvetting behandeld?
In een vroeg stadium zou een kat nog gestimuleerd kunnen worden om te eten. Met lekkere hapjes, extra aandacht en eventueel medicijnen die de eetlust opwekken. Ook zou de mogelijke oorzaak(lichamelijk of stress)behandeld kunnen worden.

De meest katten komen echter in een vrij laat stadium bij de dierenarts. Voeren van de kat lukt dan ook niet meer, want de kat zal het gevoerde eten meestal uitbraken. Bovendien is de stress die dwangvoeren met zich meebrengt niet bevorderlijk. Bij veel katten was stress immers juist de oorzaak van het probleem. De enige optie is dan het plaatsen van een voedingssonde, een buis die in de maag uitkomt. Deze kan via de neus, de slokdarm of de buikwand ingebracht worden. De sonde wordt vastgezet en voeding kan dan direct in de maag gebracht worden. Er wordt voeding gegeven met veel eiwit en veel calorieën. Over het algemeen moet deze behandeling minimaal 6 weken voortgezet worden. De meeste katten krijgen ook vitamine supplementen, maagzuurremmers en antibiotica toegediend.

Katten die op deze manier behandeld worden, hebben ongeveer 70 % kans op herstel. De lever functioneert daarna weer normaal.

Kan leververvetting vanzelf overgaan?
In de praktijk is mijn ervaring dat alle katten met leververvetting die niet behandeld worden, hieraan overlijden. De literatuur geeft aan dat 90% van de niet behandelde katten overlijden.

Hoe kan leververvetting voorkomen worden?
Aangezien dikke katten de meeste kans lopen leververvetting te ontwikkelen, is het voorkomen van overgewicht erg belangrijk. Dikke katten die op een te streng dieet gezet worden, kunnen leververvetting ontwikkelen. Als zo een kat vrijwel niet meer eet of helemaal weigert te eten, moet het dieet gestopt worden. Dikke katten die welke reden dan ook stoppen met eten, moeten gestimuleerd worden te eten. Als dit niet helpt moeten ze gevoerd worden. Een dikke kat die twee dagen niets gegeten heeft, moet naar de dierenarts. Dit lijkt misschien overdreven, maar leververvetting voorkomen is van het grootste belang.

Hoe wordt een kat met slechte nieren behandeld?
Er zijn verschillende stadia te onderscheiden:

  1. De kat met licht verminderde nierfunctie. Er zijn nog geen symptomen. De diagnose wordt gesteld tijdens een routine controle, bijvoorbeeld  een senior controle of een vaccinatie. Behandeling: de voeding zal veranderd worden in een nierdieet. De dierenarts zal de nierfunctie daarna regelmatig controleren. Door de vroege diagnose en behandeling stijgt de levensverwachting van de kat met enkele jaren.
  2. De kat met duidelijke symptomen. De eigenaar heeft de dierenarts bezocht omdat de conditie van de kat achteruitgaat, de eetlust is slecht, veel overgeven etc. Behandeling: nierdieet  en eventueel medicijnen.
  3. De kat is echt ziek. De kat braakt, eet sinds kort helemaal niet meer en voelt zich duidelijk niet goed. Behandeling: een infuus, medicijnen tegen misselijkheid en braken. Als de kat hersteld is: nierdieet en medicijnen.

Vaak wordt een kat pas in het eindstadium van het proces van nierverslechtering aangeboden. Het dier is dan al maanden(jaren) ziek en ernstig vermagerd. De eetlust is geleidelijk aan steeds minder geworden en het braken steeds meer. Als de kat wordt aangeboden bij de dierenarts heeft hij/zij al langere tijd niet gegeten. De waarden in het bloed van creatinine en ureum zijn dan dusdanig verhoogd, dat de dierenarts euthanasie zal adviseren.

Waarom is een nierdieet zo belangrijk?
De basis van de behandeling van een nierpatiënt is het nierdieet. Door verlaging van het eiwit, fosforgehalte en natrium in de voeding worden er minder afvalstoffen in het lichaam gevormd en vastgehouden. Hoe minder afvalstoffen in het lichaam achterblijven, hoe langer de conditie goed blijft. De symptomen zoals misselijkheid, braken en slecht eten zijn een gevolg van de ophoping van deze afvalstoffen. Aangetoond is dat nierpatiënten wel drie jaar langer kunnen leven als ze een nierdieet eten in plaats van gewone voeding.

Welke medicijnen kunnen gebruikt worden voor nierproblemen?
Sinds enkele jaren is het middel Fortekor in Nederland wettelijk geregistreerd voor de behandeling van nierpatiënten. Het is een tablet die speciaal voor katten in een smakelijke vorm gemaakt is en door de meeste katten als een snoepje opgegeten wordt. De fabrikant van dit middel claimt dat de kwaliteit van leven verbetert, de eetlust toeneemt en de katten ook nog langer leven. In de praktijk zie ik dat veel katten het erg goed doen op dit middel.

Sinds kort is er nieuw middel in Nederland geregistreerd voor nierpatiënten: Ipakitine. Dit middel is een smakelijk poeder dat over het eten gestrooid kan worden. Ipakitine bindt fosfaat dat bij veel nierpatiënten in te hoge concentratie in het bloed aanwezig is. Een te hoge concentratie fosfaat is schadelijk voor het lichaam. Ook zou Ipakitine overtollige afvalstoffen in het lichaam van nierpatiënten moeten binden. Gezien de korte tijd dat het middel op de markt is, is er in Nederland nog weinig ervaring mee.

Veel nierpatiënten hebben een te laag gehalte aan kalium in het bloed. Dit geeft spierzwakte en een slechte eetlust. Kalium kan in poedervorm aan het eten toegevoegd worden.

Is het mogelijk om bij een kat een niertransplantatie uit te voeren?
Net als bij mensen is het voldoende om één van de slecht werkende nieren te vervangen door een gezonde nier. Dit wordt in de Verenigde Staten bijvoorbeeld bij katten al veel  gedaan. In Nederland echter nog niet.

Kunnen nierproblemen genezen?
Nieren kunnen herstellen van een vergiftiging of een infectie. Dit zie je vooral bij jonge dieren Bij de meeste oude katten is er al zoveel nierweefsel verloren gegaan dat herstel van de nierfunctie niet mogelijk is. Als de kat echter niet te laat bij de dierenarts aangeboden wordt, kan door behandeling de kwaliteit van leven verbeterd worden en het leven verlengd worden.

Samenvattend: is uw kat ouder dan tien jaar, ga dan minimaal een keer per jaar naar de dierenarts voor een controle van de nierfunctie. Dus ook als u geen symptomen van nierproblemen ziet. Bent u er op tijd bij, dan leeft uw kat beduidend langer en in betere conditie!

Hoe kan niesziekte het best behandeld worden?
Dat hangt van de omstandigheden af. Als uw kat in goede conditie is en op tijd gevaccineerd, zullen de verschijnselen erg mild zijn: niezen, wat vochtige ogen, misschien wat minder eetlust. Dan hoeft er eigenlijk niets gedaan te worden.

Is uw kat niet gevaccineerd en echt ziek (snot uit de neus, vieze ogen, geen eetlust, koorts), dan zal de behandeling bestaan uit een koortsremmend middel en antibiotica. Dit geldt vooral voor kittens en oude of zwakke katten.

Chronische niesziekte is moeilijker te behandelen. Antibiotica helpt wel wat, maar het is vooral de weerstand van de kat die verbeterd dient te worden. Een middel dat hiervoor gebruikt wordt is lysine, een aminozuur. Er zijn aanwijzingen dat het de weerstand van de kat verhoogt. Lysine wordt tegenwoordig ook in sommigen merken kattenvoeding verwerkt.

Interferon is ook een stof die de weerstand verhoogd en is in Nederland op de markt voor diergeneeskundig gebruik. Een nadeel is dat interferon erg duur is en succes zeker niet gegarandeerd kan worden.

Mijn kat heeft niesziekte en komt er ondanks antibiotica maar niet vanaf. Hoe kan dat?
Dan is er sprake van chronische niesziekte. Sommige katten slagen er niet in een niesziekte infectie geheel kwijt te raken. Dit noemen we niesziekte dragers. Ze zullen gedurende hun leven telkens weer niesziekte symptomen vertonen en zijn dan ook besmettelijk voor andere katten.

De oorzaak van de meeste niesziekte infecties zijn het herpes en calicivirus. Als de slijmvliezen door deze virussen zijn aangetast volgen er bacteriële infecties. Dit is duidelijk te zien als er vies snot uit de neus komt en als de ogen vies zijn. Antibiotica helpt niet tegen de virussen, maar wel tegen de bijkomende bacteriën. Daarom knapt een kat die niesziekte heeft vaak snel op na een antibioticakuur. Het snot verdwijnt en de ogen worden schoon. De virussen moet het lichaam echter zelf overwinnen. Zo een kat kan dus wel langdurig blijven niezen.

Gaat het niezen over, wil dat bij zulke katten niet zeggen dat de ziekte voorgoed voorbij is. Ze zal na een tijdje weer terugkomen.

Hoe wordt obstipatie behandeld?
De dierenarts zal in ernstige gevallen faeces met de hand verwijderen of een clysma toedienen. Voor de vervolgbehandeling zijn er verschillende soorten laxeermiddelen voor katten in de handel. Deze bevatten vezels, vetten zoals paraffine of suikers zoals lactulose. Al deze ingrediënten stimuleren de passage van faeces door de darm. De de pasta’s die meer bekend staan als ‘anti haarbalpasta’s’ vinden katten vaak lekker. Voeding die meer plantaardige vezels bevat, zoals een afvaldieet, zorgt ook voor een betere passage van de ontlasting.

Er zijn ook medicijnen die de darm aanzetten tot beweging (Cisaral). Het is vaak uitproberen welk middel of combinatie van middelen bij een bepaalde kat het beste werkt. Vooral oudere of Oosterse katten, waarbij obstipatie vaak voorkomt moeten soms levenslang een laxeermiddel krijgen.

Bij katten waarbij de dikke darm ernstig is uitgerekt en waarin de ontlasting zich ophoopt spreekt men van een megacolon. In deze gevallen kan het zijn dat laxeermiddelen en medicijnen geen effect meer hebben. Er is dan een operatie mogelijk waarbij het uitgerekte deel van de darm verwijderd wordt. Zoals bij elke operatie zijn hier natuurlijk risico’s aan verbonden, maar het grootste deel van de geopereerde katten is hierna van het probleem af.

Aandoeningen die met pijn gepaard gaan
Bij bepaalde ziekten en aandoeningen is het duidelijk dat een kat pijn lijdt. Hier volgen een aantal  aandoeningen die voorkomen bij katten, waarbij dat vaak minder duidelijk is, maar wel degelijk sprake is van pijn.

  • Tandvleesontsteking, ontstoken tand en kieswortels.
  • Oorontsteking.
  • Huidallergie en heftige jeuk.
  • Gewrichtsslijtage en vergroeiing van de rugwervels.
  • Obstipatie, maagdarmontsteking en alvleesklierontsteking.
  • Verstopping van de urineweg en blaasontsteking.
  • Oogontstekingen.
  • Tumoren.

Behandelingen ingedeeld naar de mate van pijn
Milde tot matige pijn:

  • Sterilisatie van een poes (verwijdering van alleen de eierstokken).
  • Castratie van een kater.
  • Verwijderen van bultjes of grotere weefseldelen.
  • Gebitsbehandeling zonder ingrijpende extracties van hoektanden en kiezen.
  • Behandelen/hechten van bijt- en andere wonden.

Matige pijn:

  • Sterilisatie van een poes waarbij ook de baarmoeder verwijderd wordt of andere complicaties optreden, bijv. een ontstoken baarmoeder.
  • Buikoperaties waarbij geen ernstige ontstekingen zijn of veel weefselschade wordt toegebracht.
  • Behandeling/hechten van minder ernstig trauma, bijv. door een ongeluk veroorzaakt.
  • Gebitsbehandeling waarbij een kies of hoektand getrokken wordt.

Matige tot ernstige pijn:

  • Buikoperaties waarbij ernstige ontstekingen aanwezig zijn of veel weefselschade wordt toegebracht.
  • Gebitsbehandelingen waarbij meerdere kiezen of hoektanden getrokken worden.
  • Orthopedische behandelingen, zoals operatief herstellen van botbreuken.

Pijnstillers bij katten
Katten verdragen niet alle pijnstillers. Sommige pijnstillers zoals paracetamol, zijn giftig en kunnen zelfs dodelijk zijn voor katten. Veel eigenaren weten dit niet. Voor langdurig gebruik wordt in Nederland voornamelijk meloxicam(Metacam, Loxicom, Novacam) gebruikt. Meloxicam heeft slechts bij een klein deel van de katten(4%) bijwerkingen zoals misselijkheid, braken of diarree. Ook zijn er geen schadelijke effecten voor de nieren. Alleen als de kat al een nierpatiënt is, mag het middel niet in de gebruikelijke dosis gegeven worden.

Alternatieve pijnstilling bij chronische pijn

  • Accupunctuur wordt steeds meer bij dieren ingezet als methode van pijnstilling. Over het algemeen is de opvatting onder dierenartsen dat katten minder geschikte accupunctuur patiënten zijn dan honden. In de kliniek van de Veterinaire Universiteit van Florida zijn bijvoorbeeld 4-6 % van de patiënten die met acupunctuur behandeld worden, katten. Veel minder dan bijvoorbeeld honden en paarden, maar er zijn dus wel degelijk katten die accupunctuur sessies tolereren.
  • Voeding kan een belangrijke rol spelen bij pijnstilling voor katten met gewrichtsslijtage.
  • Het effect van fysiotherapie bij honden is inmiddels duidelijk, maar bij katten zijn er nog geen studies op dat gebied verricht. Het lijkt echter voor de hand liggend dat als een kat de behandelingen verdraagt en meewerkt, dezelfde goede resultaten behaald kunnen worden. Bij fysiotherapie kunnen zowel oefeningen, elektrische stimulatie als massage gebruikt worden.
  • Bij katten met ernstige tandvleesontsteking(stomatitis) worden laserbehandelingen toegepast. Over de effecten is echter nog weinig bekend.

Hoe wordt dit probleem behandeld?
Er zijn drie mogelijkheden: Chirurgisch, medicamenteus of met radio actief jodium. Alle behandelingen hebben voor en nadelen.

  1. De chirurgische behandeling bestaat uit het verwijderen van het deel van de schildklier dat te groot is. Uitgevoerd door een dierenarts die hier ervaren in is, is het een snelle ingreep, met weinig risico’s. Er is natuurlijk een risico dat het hart de narcose niet aankan. Het hart heeft immers onder invloed van de schildklier een tijd te hard gewerkt en kan verzwakt zijn. Bij twijfel hierover kan eerst een echo van het hart gemaakt worden. Mijn ervaring is dat het hart de korte narcose, die nodig is voor deze operatie, doorgaans wel aankan. Na de operatie ontstaat weer een normale situatie. Wordt bijvoorbeeld de linkerschildklier verwijderd, heeft het lichaam voldoende aan de rechterschildklier om de stofwisseling op een normaal niveau te houden.
  2. De behandeling met medicijnen bestaat uit het toedienen van schildklierremmers. Deze medicijnen remmen de overmatige productie van schildklierhormoon. Ze moeten wel elke dag toegediend worden. Als een kat niet makkelijk medicijnen inneemt of door de voeding accepteert is deze behandeling dus niet mogelijk. Deze medicijnen hebben verder het grote nadeel dat ze bij een flink aantal katten ernstige bijwerkingen veroorzaken. Braken, verlies van de eetlust, maar ook hevige jeuk of verstoring van de aanmaak van bloedcellen.
  3. De behandeling met radio actief jodium is waarschijnlijk de beste en veiligste. Het jodium vernietigt alleen het te actieve schildklierweefsel. Deze behandeling kan slechts in een speciale kliniek gedaan worden. In Nederland is er maar één kliniek waar dat mogelijk is: de Lingehoeve. Ook in België is deze behandeling mogelijk. De kat dient tien tot veertien dagen na toediening van de radio actieve stof in deze kliniek te blijven. Deze behandeling is aanzienlijk duurder dan de operatie.

Hoe wordt de operatie uitgevoerd?
Als het slechts één kant van de schildklier betreft, is de operatie zonder veel risico.

Kunnen zowel het linker als het rechterdeel van de schildklier verwijderd worden?
Ja, maar deze operatie is veel riskanter dan die waarbij er maar één deel verwijderd wordt. Beide bijschildklieren kunnen immers beschadigd worden.

Wat is het verschil tussen een sterilisatie en een castratie?
Een sterilisatie is het afbinden van de eileiders(bij een vrouwelijk dier) of van de zaadleider(bij een mannelijk dier. Dit wordt bij katten en andere diersoorten in het algemeen niet gedaan, omdat de eierstokken en testikels dan nog geslachtshormonen blijven produceren. Het zijn juist de effecten van deze geslachtshormonen die vaak ongewenst zijn, bijv:  krolsheid, territoriaal gedrag en urine sproeien.

Een castratie is het verwijderen van eierstokken bij een vrouwelijk dier of de testikels bij een mannelijk dier. In de volksmond noemt men het verwijderen van de eierstokken bij een poes een sterilisatie, terwijl dit eigenlijk een castratie is.

Wat wordt er gedaan bij een castratie?
Bij de poes wordt een snede in de huid en de buikspieren gemaakt, de eierstokken worden  afgebonden en verwijderd. Er is over het algemeen nauwelijks bloedverlies. De buikspieren en huid worden gehecht en de snede is 2 tot 5 cm lang. Het is heel lang gebruikelijk geweest ook de baarmoeder te verwijderen, maar onderzoek heeft aangetoond dat dit niet nodig is. Na verwijdering van de eierstokken zal de baarmoeder verschrompelen en is er dus geen kans meer op baarmoederontsteking of tumoren.

Bij de kater worden de testikels via twee kleine sneetjes naar buiten gebracht, afgebonden en  verwijderd. Ook hier is er nauwelijks bloedverlies. De sneetjes worden over het algemeen niet gehecht en genezen heel snel.

Wat zijn de voordelen van castratie bij de poes?
Bij een binnenpoes is vooral de krolsheid die gepaard gaat met onrustig gedrag en veel gemauw aanleiding voor een eigenaar om te besluiten tot castratie. Belangrijk is ook te weten dat niet gecastreerde poezen vaak in huis urine sproeien.

Bij een poes die buiten komt is het voorkomen van ongewenste nestjes natuurlijk een belangrijke reden om te castreren. Voor alle poezen geldt dat castratie de kans op melkkliertumoren sterk verkleint. Deze tumoren zijn meestal kwaadaardig en vaak dodelijk. Ook kan een gecastreerde poes geen baarmoederontsteking of baarmoedertumoren meer krijgen. Baarmoederontsteking is een ernstige infectie die meestal niet met medicijnen behandeld kan worden, maar waarbij de baarmoeder verwijderd moet worden.

Wat zijn de voordelen van castratie bij de kater?
Zowel binnen als buitenkaters gaan in huis urine sproeien om hun territorium te markeren. De urine wordt omhoog gesproeid tegen wanden, kasten of gordijnen. De geur van deze kater urine blijft(ondanks schoonmaken) erg lang hangen.

Voor de buitenkater geldt dat hij na castratie veel huiselijker wordt en veel minder vecht. Dit heeft als gevolg dat de kans op ongelukken in het verkeer sterk afneemt. Ook neemt de kans op abcessen en infecties overgebracht door krab en bijtwonden af.

Hoe wordt suikerziekte behandeld?
De behandeling vindt plaats door elke 12 uur insuline injecties te geven, dus s’ochtends en s’avonds.

De insuline injecties worden onderhuids gegeven. De naald is erg dun en de kat heeft hier over het algemeen geen last van. De insuline injecties doen de suikerspiegel (die te hoog is) dalen. Behandeling met tabletten is meestal niet succesvol bij de kat.

Wat gebeurt er als ik te veel of te weinig insuline geef?

Bij te veel insuline spuiten ontstaat er een hypoglycaemie, ook wel een ‘hypo’genoemd. De verschijnselen zijn:

  • Zoeken naar eten.
  • Zwakte/ lusteloosheid.
  • Desorientatie.
  • Wankel lopen.
  • Vreemd gedrag zoals doelloos rondlopen, de lippen aflikken.
  • Toevallen die op epilepsie lijken, verlies van bewustzijn en in het ergste geval overlijden.

In milde gevallen moet de eigenaar eten aanbieden. Als de kat weigert te eten, of als de verschijnselen ernstig zijn moet de eigenaar een suikeroplossing, honing of glucosestroop  toedienen. Daarna moet de kat direct naar de dierenarts.

Bij te weinig insuline spuiten zullen de symptomen van suikerziekte niet afnemen. Met name het vele drinken en plassen zal onveranderd blijven.

Is de behandeling met insuline levenslang?
Bij de meeste katten wel. Onderzoek wijst wel uit dat als de ziekte in een vroeg stadium wordt vastgesteld en direct met insuline injecties begonnen wordt, 50-60 % van de katten kunnen genezen van suikerziekte. Zij hebben dan geen insuline meer nodig.

Moet een kat met suikerziekte een speciaal dieet krijgen?
Uit onderzoek blijkt dat een dieet met een hoog gehalte aan eiwit en laag gehalte aan koolhydraten in combinatie met de insuline behandeling het best is.

Mensen die met katten omgaan worden wel eens gebeten. De meest voorkomende oorzaak is dat mensen vaak langer en intensiever contact willen dan katten! De kat heeft dan al gewaarschuwd dat hij niet meer geaaid of geknuffeld wil worden, door met de staart te zwiepen, te grommen of te blazen.

Een kattenbeet kan gevaarlijk zijn. De hoektanden van een kat kunen diepe wondjes veroorzaken. Hoe dieper de wond is, hoe groter het gevaar op infectie.

Wat moet ik doen als ik gebeten of gekrabt ben door een kat?
Goed uitspoelen met lauw water en daarna ontsmetten met bijvoorbeeld betadine of alcohol.

Wat is kattenkrabziekte?
Na een beet of een krab van een kat ontstaat er soms een infectie met specifieke symptomen:

  • Rode knobbeltjes.
  • Pijnlijke zwelling van lymfeklieren vlak bij de wond.
  • Koorts, hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid.

Wie loopt de meeste kans kattenkrabziekte op te lopen?
Kinderen en jonge volwassen hebben een grotere kans kattenkrabziekte te krijgen. Ook personen met een verzwakte afweer, zoals AIDS en transplantatie patienten. Bij deze laatste groep beperkt de ziekte zich niet tot de lymfeklieren, maar kan ook de botten, organen of zenuwen aantasten. Mensen met weinig afweer zou dus geadviseerd moeten worden vlooien(dragers van de bacterie) grondig te bestrijden.

Hoe wordt kattenkrabziekte behandeld?
Bij ontstoken lymfeklieren heeft antibiotica weinig effect. Het verwijderen van pus uit de opgezette lymfeklieren geeft wel verlichting en snellere genezing. De ziekte geneest dus zonder behandeling en restverschijnselen. De ernstige vormen van kattenkrabziekte bij mensen met verminderde afweer reageren  wel goed op antibiotica.

Back To Top
Translate »